Historie van huisnummer per wijk naar huisnummer per straat in Paramaribo
door dr. Henk Muntjewerff, Breda.
Gronduitgifte
Alle grond in Suriname behoorde in principe aan de overheid, het Gouvernement, die door een grondbrief het allodiaal of erfelijk eigendom over een perceel land kon verlenen aan haar burgers. Voor dat doel waren door landmeters kaarten vervaardigd van de stad (erven) en het land (plantages). In iedere grondbrief komt de zinsnede voor : “op de generale schetskaart bekend onder no. ...”.1
In 1789 werd publiek verkocht “een Huys en Erff, geleegen aan de Zwarten Hoevenbrug en Saramacca Straaten aan de Rivier zyde, op de Generaale Schetskaart bekend onder de Nummeros 592 en 593, eertyds bewoond geweest by wylen de Vrye Neger Quassie van Timotibo”.6
Nog in het midden van de negentiende eeuw zien we een verwijzing naar de oorspronkelijke gronduitgifte in Frimangron: “ het erf ten noorden van Pontewerfstraat, op de generale schetskaart van uitgifte no.332, thans La. F no. 157”.3
De Wijk nummering, 1782-1816
De oudste vermeldingen van wijknummers komen we op het einde van de achttiende eeuw incidenteel tegen in verkoop advertenties. In 1783 was uit de hand te koop “een Huys en Erff staande ende geleegen op de Steenbakkers Gragt, de 4e Wijk no. 336”.4 In 1788 werd publiek verkocht “Een Huys en Erff geleegen in de Graave Straat over het Hospitaal, bekend onder No.25, derde Wijk, aankomende de Heer P.C. Nobel”.5
Die eerste wijknummering van Paramaribo werd geregeld bij Gouvernementsresolutie 12 februari 1782: “.. en teevens gemelde Huyzen en Erven onder nummers doen brengen..”.7
art.2 : voor eind maart 1782 moest het nummer op het huis gesteld zijn.
Art.3: “Die geene welke op een Leedig Erff een Gebouw komt te plaatzen off stellen, zal gehouden zijn, binnen drie weeken na de voltooying van hetzelve; daar van behoorlijke kenisse te geeven ten Comptoire van de gemeene Weyde, omme aldaar onder zijn Nummer te worden gebragt, hetzelve op het Gebouw gesteld, en vervolgens na gedaane tauxatie, de Quotisatie als op Art.1 moeten worden betaald”.
Het kantoor van 's Lands Gemeene Weide was dus belast met de uitvoering van deze wijknummering en huurwaardestelling. Pas in 1804 verscheen er een kaart van Paramaribo met daarop de vermelding van de wijken. Het bleef zelfs tot circa 1820 ongebruikelijk om het wijknummer in de verkoop of transport advertentie te vermelden.
De wijknummering was aldus ontstaan als een kadastraal systeem om de huurwaarde van de erven te kunnen registreren.
De Oude Wijk nummering, 1817-1837
Per 1 januari 1817 vond een omnummering plaats binnen de vier wijken afzonderlijk. In plaats van Eerste Wijk, Tweede Wijk, Derde Wijk en Vierde Wijk, bestond de stad Paramaribo uit wijk A, wijk B, wijk C en wijk D.
Incidenteel zien we deze twee stelsels gekoppeld, zoals in 1828 bij de verkoop van “het huis en erf aan de Buure Straat, bekend onder No. 423, nu 668 vierde Wijk”, dwz Burenstraat La. D no. 668.2
Met de komst van het gemeentebestuur van Paramaribo in 1828 werd de wijknummering een onderdeel van de bevolkingsregistratie. Wijkmeesters moesten jaarlijks de vrije bevolking in een wijkregister noteren. Tegelijkertijd werd toen de Burgerlijke Stand ingevoerd in Suriname.
De Gouvernementsresolutie 5 maart 1828 (Gouvernementsblad no.4) was bedoeld om “de staat der bevolking van de stad Paramaribo naauwkeurig te constateren”.8
Daartoe was de Stad Paramaribo in vier wijken (A,B,C,D) verdeeld. De wijkmeesters moesten jaarlijks de vrije personen opnemen in een wijkregister. De eerste opname vond in de maand juli 1828 plaats, vervolgens jaarlijks in de maand januari. Dit alles werd in duplo te boek gebracht. Het dubbel was voor de Gouvernements secretarie en het origineel bleef bij de wijkmeester achter.
De wijkletter La. en het huisnummer No. moesten zichtbaar boven de deur van het huis geplaatst zijn.9
Wijk A bestond eigenlijk uit twee buurten, een stadswijk A en de Voorstad Zeelandia. Doordat meestal duidelijk staat aangegeven dat het perceel in de voorstad of Combé ligt, geeft dit niet zoveel problemen.
Binnen wijk D begon men voor iedere nieuwe buurt opnieuw met nummeren. We kunnen onderscheiden de stadswijk D en de buurten Kauknie (94), Frimangon (113), Böhmknie (43), Kwatta (14).10 Dat is dus tot mogelijk vijf keer hetzelfde wijknummer. Dit betekent voor de historische onderzoeker goed opletten, het wijknummer alleen is niet voldoende, je moet de straat of buurt kennen.
De Nieuwe Wijk nummering, 1837-1921
Door de groei van de stad over de omliggende landen was wijk D een waterhoofd geworden. In 1837 werd de wijkindeling niet alleen uitgebreid van 4 wijken naar 8 wijken, maar verving bovendien een nieuwe wijknummering op drastische wijze de oude wijknummering. De functie van kadastraal systeem werd versterkt doordat bij splitsing van een erf simpelweg een letter werd toegevoegd aan het nummer: La. D no. 215 a en b. Op die manier bleef het oorspronkelijke erf vanaf 1837 herkenbaar.
De Wet van 24 april 1837 (Gouvernementsblad no.3), “houdende voorbereidende bepalingen tot invoering eener nieuwe Wijkverdeeling voor de stad Paramaribo en haren omtrek, voor zoo verre die met de jaarlijksche opneming van den Staat der bevolking in verband behoort te worden gebragt”.11 De belangrijkste artikelen voor ons doel zijn:
Art.1
Oud : De stad en haren omtrek in de wijken A, B, C, en D 1ste en 2e gedeelte.
Nieuw : De stad in zes binnenwijken A, B, C, D, E, en F en haren omtrek in twee buitenwijken de eerste en de tweede.
Art.2
ieder erf, bebouwd of onbebouwd, ongeacht eigendom, zal een doorlopend nummer krijgen.
Art.3
begrenzing van de wijken
art.6
zowel het oude (klein) als het nieuwe (groot) wijknummer moest op de gevel staan.
Art.7
opgave doen voor 22 juni 1837
art.15
bij transport van het erf zowel nieuwe als oude wijknummer vermelden.
Art.16
bij splitsing of verdeling van de erven, onder verschillende eigenaren, behoud het erf zijn wijknummer, onderscheid door een subno. 1a of 1b.
Het wijkregister van 1838 was het eerste min of meer volledige register met de oude en nieuwe wijknummers. In de kranten verschenen nu advertenties met de verplichte regel NW La. no. en OW La. no. , of voluit Nieuwe Wijk letter nummer, Oude Wijk letter nummer.
De Nieuwste Wijk nummering, 1885-1921
Bij de stadsuitbreiding in de tweede helft van de negentiende eeuw werden percelen verdeeld in erven met een project nummer, ingetekend op een project-kaart. Bijvoorbeeld “projectverdeeling in elf erven van het perceel 2e Buitenwijk no.50” bij Gouvernementsresolutie 8 mei 1875.
Per 1885 vond daarom opnieuw een hernummering plaats als gevolg van die toegenomen stadsuitbreiding. Dit keer alleen van de wijken F, 1ste en 2de Buitenwijk. De verschillende uitgedeelde project nummers kregen nu weer een eigen wijknummer bij Gouvernementsresolutie 26 november 1884, Gouvernementsblad no.20, “betreffende eene nieuwe onderverdeeling van wijk F en van de 1ste en 2de Buitenwijk van Paramaribo”.12
Verordening 26 januari 1909
De oude verordening van het gemeentebestuur van Paramaribo uit 1828 was nog steeds van kracht en werd in 1908 door de Koloniale Staten herzien. Voortaan viel de wijknummering onder de bouwpolitie.13
Naar aanleiding hiervan schreef Oudschans Dentz in de krant een korte historie over de invoering van huurwaarde en wijknummers.14
Huisno. bij Volkstelling, 1921- heden
In 1921 kwam er met de invoering van huisnummers bij de Eerste Algemene Volkstelling een daadwerkelijke scheiding tussen de bevolkingsregistratie (BR) en de kadastrale registratie (La. No.). Aan het instituut van de wijkmeesters kwam ook een einde, dat werk werd overgenomen door het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB).
De wijknummers (La. No.) bleven bestaan, tot op de dag van vandaag, als perceelnummer, terwijl alle woningen eigen huisnummers (BR) kregen. Doel was dat de huizen per straatzijde een doorlopend nummer kregen.15
De verplichting de La en No boven de deur van het huis te bevestigen bestond nog in 1935 en 1949, dat maakte de invoering van de huisnummers er niet gemakkelijker op.16 Bij het Centraal Bureau voor Burgerzaken wist men het wel, maar makelaars en notarissen vroegen zich regelmatig af welk huisnr een woning nu eigenlijk had.
Situatie 2016
In principe zou het zo moeten zijn dat voor de huidige wijken A,B,C,D en E de vanaf 1837 toegekende wijknummers voor de erven nog dezelfde zijn. Voor de wijken F, 1e en 2e Buitenwijk is dat vanaf 1885. Toch moest Philip Dikland bij zijn huizenonderzoek constateren dat percelen soms nieuwe nummers hadden gekregen. Daarnaast merkte Charles Douglas in de jaren twintig op dat huizen soms over perceelgrenzen heen gebouwd waren en op die manier 'onjuist' aan een wijknummer werden toebedeeld.17 Maar over het algemeen is de kadastrale indeling van de historische binnenstad van Paramaribo nog dezelfde als in 1837/1885.
De in 1921 ingevoerde huisnummers gelden tot op de dag van vandaag, behalve voor straten die gedeeltelijk zijn hernoemd, zoals bijvoorbeeld de Heerenstraat. Het eerste deel is vernoemd, zodat het resterende deel opnieuw genummerd moest worden. Incidenteel zijn huisnummers gewijzigd door de sterk gewijzigde situatie ter plaatse ten gevolge van grootschalige nieuwbouw.
Aantekeningen
1 J.B.Ch. Wekker, Historie, technieken en maatschappelijke achtergronden der karteringswerkzaamheden in Suriname sinds 1667 (Delft 1983), p.42-43.
2 Gepriviligeerde Surinaamsche Courant 14-02-1828.
3 Surinaamsche Courant, 17 september 1859.
4 Weeklyksche Woensdaagsche Surinaamsche Courant, 1 oktober 1783.
5 De Surinaamsche Nieuwsvertelder, 18 september 1788.
6 De Surinaamsche Nieuwsvertelder, 22 januari 1789
7 Fred. Oudschans Dentz, 'Iets over de huurwaarde van huizen te Paramaribo', in: De Surinamer 5 mei 1910.
8 Gepriviligeerde Surinaamsche Courant, 10 maart 1828: Publicatie; Surinaamsche Courant 16-07-1828.
9 La. = Littera = letter ; No. = Numero = nummer.
10 Onderscheid op basis van de huurdewaarderegisters 1829-1830.
11 Surinaamsche Courant, 30 april 1837; zie Google books: Gouvernementsbladen van de Kolonie Suriname, 1836-1839.
12 Surinaamsche Courant en Gouvernements Advertentieblad, 2 december 1884: Officieel Gedeelte.
13 Suriname, kna, 17 juli 1908, De z.g. Bouwpolitie-verordening.
14 Fred. Oudschans Dentz, 'Iets over de huurwaarde van huizen te Paramaribo', in: De Surinamer 5 mei 1910.
15 De West, 17 mei 1921: Hoeveel inwoners telt onze stad?
16 De West, 11 januari 1935: Wijknummering van Huizen en Erven ; De West, 25 juli 1949: Bekendmaking.
17 Charles Douglas, Multum in Parvo 1938 (Paramaribo 1937), p.15.