'

Huurwaarde, huiseigenaren en huisnummers in Paramaribo.

door dr. Henk Muntjewerff, Breda.

 

Wat is huurwaarde

Het bedrag waarvoor een eigenaar zijn huis per jaar kan verhuren in het vrije economische verkeer wordt huurwaarde genoemd. Het is met andere woorden de waarde die een huis jaarlijks aan huurpenningen opbrengt. De huurwaarde is dus niet gelijk aan de geschatte verkoopwaarde van het pand, zoals de WOZ-waarde in Nederland.

Voor de huizen in Paramaribo die verhuurt waren, volstond overlegging van het huurcontract, de andere huizen, bewoond door de eigenaar of leegstaand, moesten worden getaxeerd door een Commissie. De administratie van de huurwaarde was in handen gegeven van het College van Houtvesters en Commissarissen van 's Lands Gemeene Weide.

De huurwaarde vormde het belastbare inkomen uit onroerend goed waarover 1 of meer procenten belasting werd geheven. Die belastingheffing staat in de kasboeken vermeld en is het verschuldigd bedrag (montant of taxa) dat de eigenaar jaarlijks binnen drie maanden betaald moest hebben.

Was de eigenaar te laat met betalen, dan moest hij of zij het tweevoudige betalen, de zogenaamde dubbele quotisatie. Het niet plaatsen van een huisnummer op het huis of erf, of het niet binnen drie weken melden van de voltooiing van nieuwbouw of een transport kon ook leiden tot dubbele quotisatie.

 

Huurwaardetabel

De tabel bevat, voor zover mogelijk: scan, straatnaam, huisnummer, eigenaar, huurwaarde en aantekening (notities uit het origineel). De straatnamen zijn gestandaardiseerd. Afgekorte voornamen zijn voluit geschreven en achternamen zoals aangetroffen. Afkortingen zijn voluit geschreven.

 

Per momentopname worden behandeld: de beschrijving of reconstructie van het origineel, de samenstelling van het huisnummer, transcriptie kasboek, bronbewerking grootboek, het verschuldigde bedrag van de aanslag of berekening van de huurwaarde, transcripties van bronteksten, en een overzicht van de bronnen in het Nationaal Archief.

 

 

Huurwaarde 1772-1780

 

Origineel

Taxatie der huijsen alhier aen Paramaribo, voor 't jaar 1772.

[Eigenaar, met straatnaam en zijde, en huurwaarde. Huisnummer ontbreekt.]

Alhier aen Paramaribo den 6, 9,10,11,17,18 december 1772 door Georgi en Geerke.

 

Huur der Huijsen en Erven alhier aan Paramaribo opgenoomen en getaxeerd door de Weledele Heeren Dan. Schuneman en C.F. Georgi, als daartoe uit 't Collegie der Weled. Achtbare en Edele Heeren Houtvesters en Commissarissen der Gemeene Weijden gecommitteerd en nu in geschriffte gebragt door den boekhouder en cassier Daniel Couderc als volgt.

[Eigenaar, met huis of erf, met straatnaam en zijde, en huurwaarde. Huisnummer ontbreekt.]

Paramaribo den 30, 31 mei en 1 juni 1780.

 

Nationaal Archief, College van Opzichters der Gemene Weide, inv.nr.2, notulen:

folio 20-25 Taxatie 1772, doorlopend genummerd van 1 t/m 867. (scans 22-27)

folio 26-38 Taxatie 1780, ongenummerd. (scans 28-40)

 

Aanslag en huurwaarde

De belastingaanslag was 1 % van de huurwaarde.

De bedragen zijn in Surinaamse guldens, stuivers en penningen.

 

Bronteksten

Nationaal Archief, 1.05.10.06 College van Opzichters der Gemene Weide, inv.nr.1

notulen 12 mei 1780 (scans 156-158)

Ten eerste vraagt de boekhouder en kassier Daniel Couderc, de memoriant, om extra tractement.

Ten tweede neemt den memoriant de vrijheid nogmaals uwelEdele Achtbaren en welEdele Heeren needrig te verzoeken dat er twee leeden uijt deese Edele vergadering mooge gecommitteerd worden om de Huijssen alhier weederom op te neemen en de Nieuwe aangebouwde te taxeere, zulx niet geschiet zijnde zeedert circa agt jaaren, en dus veele Erven nieuw getimmerd daar de Eijgenaren gantsch onbekend zijn, en dus voor de quotisatie niet kunnen aangesproken worden, de reede zijnde dat den memoriant om niet ongegrond te werk te gaan de quotisatie van Anno passato nog niet heeft kunne te Boek brengen en zich niet in staat bevind de lijst der uijtstaande praetentien bij deesen te kunnen overleggen, needrig verzoekende zulx mag uijtgesteld worde tot nade nieuwe opneeming.

Is geresolveert den Memoriant voor sooverre het Eerste poinct van sijn versoek aangaat, behelsende opslag van Tractement van de hand te wijsen. Alle de bij hem reets bekende Eijgenaaren en getaxeerde Effecten ordinaire modo te boek te brengen en een lijst van deselve aan Heeren Commissarissen in Commissie te suppediteeren, dewelke meede tot het opneemen en taxeeren van Nieuwe en op de Boeken nog onbekende gebouwen werden gecommitteert, omme zulks met adjunctie van den boekhouder en cassier der gemeene weide werkstellig te maaken. Sullende den Boekhouder en Cassier hiervan extract werden gegeven.

 

Nationaal Archief, 1.05.10.06 College van Opzichters der Gemene Weide, inv.nr.2

notulen 10 mei 1781 (scans)

En wijders bij 't Collegie gebleeken zijnde dat de leijst van Taxatie der huijsen volgens de laatste opneeming, niet onder de papiere van den Boekhouder nog in de Notulen van dit College gevonden word, heeft den Commissaris Georgie aan de vergadering te kennen gegeeven, een copie van deselve leijst onder de papieren van commissarissen in commissie te hebben, en welke sijn Edele ter tafel was overleggende, gelijk meede die van den jaare 1780, welke leijsten ingesien sijnde is sijn Edele voor desselfs attentie bedankt en is den Secretaris gelast gemelde leijsten woordelijk in de Notulen te insereeren en als dan deselve aan Commissarissen in Commissie weeder te retradeeren.

 

Bronnen 1772-1780

Nationaal Archief, College van Opzichters der Gemene Weide, inv.nrs.1 en 2, notulen 1780-1781.



Huurwaarde 1782

 

Origineel

Huur der huijsen & erven alhier aan Paramaribo opgenomen en getaxeerd door de WelEdele Heeren Joh. Mijnen & Claus Reed en als daartoe uijt het Collegie der WelEdeele Achtbare Heeren Houtvesters en Commissarissen der 's Lands gemeenen weijde gecommitteerd. En in geschrifte gebragt door den Boekhouder en Cassier W.P. Bley als volgd.

Paramaribo, 13 januari 1782.

[Eigenaar, huisnummer, met straatnaam en zijde in de kop, en huurwaarde onder taxatie]

 

Nationaal Archief, 1.05.10.02 Raad van Politie,

inv.nr.116, Minuut-notulen Hof van Politie betreffende politieke zaken, met bijlagen. (Bijlagen Politieke Notulen), dec 1781-mrt 1782, (scans), scan 133 t/m 151.

 

Huisnummer

Een commissie van twee man uit het College van Commissarissen van de Gemene Weide kreeg 31 augustus 1781 de opdracht de huizen en erven “onder behoorlijke Nummers te brengen, volgens de wijk waarin ze gelegen zijn”. Na drie maanden was hun rapport klaar. De verkregen wijklijst is op volgorde van huisnummer, met in de kop vermelding Eerste Wijk (2e, 3e en 4e) en straatnaam, met zijde (links of rechts).

De eerste wijk telde 118 nummers, de tweede wijk telde 182 nummers, de derde wijk telde 125 nummers en de vierde wijk had er 590. De 'nieuwe uitleg', met de buurten als voorstad Zeelandia, Kauwknie en Frimangron komen niet voor in de wijklijst.

 

Aanslag en huurwaarde  

Op 4 februari 1782 werd besloten het belastingpercentage te verhogen van 1% naar 2% van de getaxeerde huurwaarde. De belastingaanslag is niet opgenomen in het origineel.

De aanslag is te berekenen vanuit de huurwaarde.

De bedragen zijn in Surinaamse guldens, stuivers en penningen.

 

Bronteksten

NB: Willem Pieter Bley was op 29 maart 1781 benoemd tot boekhouder en kassier van 's Lands Gemene Weide. (notulen 10 mei 1781, scan 12)

 

Raad van Politie, Notulen 31 augustus 1781 (inv.nr.114 scans 533-535), Huijzen en erven aan Paramaribo, daarvan door de Commissarissen der Gemeene Weide inspectie te neemen ter tauxatie.

Waarna is goedgevonden en geresolveert omme Commissarissen der Gemeene Weijde te aucthoriseeren gelijk gedaan worden mitsdeesen, omme met den eersten, behoorlijke Inspectie te neeme van alle de Huijsen en Erven alhier aan Paramaribo geleegen, de reëele waarde der Huure welke teegenswoordig sijn doende op te neeme, offte wel die behoorde en konde opbrengen, te Tauxeren.

Deselve Huijze en Erve onder behoorlijke Nummers te brengen volgens de wijk waarinne geleegen zijn, en de namen der teegenwoordige Eijgenaars, van dat alles pertinente aanteekeninge te maaken, en deselve ad primum van de aanstaande ordinaire sessie van deesen Hove te fourneeren, omme deselve gesien alsdan bij den Hove te worden gedisponeerd zooals zal worden bevonden te behooren.

En zal gem. Commissarissen hiervan Extraxt worde gegeeven.



Raad van Politie, Notulen 18 december 1781 (inv.nr.115 scans 259-264), Huur der Huijzen en erven aan Paramaribo.

Hebben de raaden Houtvesters overgelegt, een schrifftuur geintituleert, Huur der Huijsen en Erven alhier aan Paramaribo etc., geformeerd door twee leeden uijt het Collegie van Commissarissen der Gemeene Weijde en door gem. Collegie aan raaden Houtvesteren voorn. geextradeert.

Welke schrifftuur gesien en geexamineert zijnde, is bevonden niet alleen in de bepaalinge van de Huure der Huijsen en Erven, diversche irregulariteijten te zijn begaan, waar bovendien deselve geheel is affwijkende van de Resolutie van deese Hove de dato 31 augusti laatstleeden, als volgens welke de reële waarde der Huure die dezelve Huijze en Erven teegenswoordig zijn doende, offte wel die behoorde en konde opbrengen te Tauxeren.

Waaromme dan is goedgevonden en geresolveerd Commissarissen van de Gemeene Weijde de novo te aucthoriseeren, gelijk gedaan word mits deezen omme ten spoedigste andermaal behoorlijke Inspectie te neemen van alle Huijzen en Erven alhier aan Paramaribo geleegen, de reële waarde der Huure welke tegenwoordig zijn doende op te neemen, en aan te teekenen, en de Huure van de soodanige welke niet verhuurt maar door den Eijgenaar zelve bewoond worden off leedig staan, meede na de teegens woordige omstandigheijd en in eevenreedigheid der verhuurt wordende te Tauxeren.

Ende voorts van dat alles pertinente aanteekeninge te maaken ingelijke forma als de voorsz. thans overgelegde lijste is gedaan mitsgaders deselve is 't doenlijk nog voor het eijnde deeser maand in hande van Raaden Houtvesters te stellen.

En sal gem. Commissarissen der Gemeene Weijde hiervan extract zonder verdere resumptie gegeeven worden.

 

Raad van Politie, Notulen 4 februari 1782 (inv.nr.116 scans 117-123), Tauxatie der Huur van de Huijsen en Erven.

En welke thans meede waare overleggende de lijste der opnieuw en ter obedientie aan de Resolutie van deezen Hove in dato den 18 december 1781 door Commissarissen der Gemeene Weijde gedaane Tauxatie van de Huuren der Huijzen en Erve aan Paramaribo.

Het welke gehoort en voorsz. Lijste bevonden zijnde thans te kunne worden gehouden voor voldoenent aan voorn. Resolutie.

Zoo is door den Raad aan Boekhouder-Generaal voorgedraagen.

Dat in consideratie van de aanmerkelijke verminderinge welke het montant der Huure van de Huijzen en Erven komen uijt te leeveren, en uijt de belastinge van welke nogthans de voornaamste inkomste der Cassa van de Gemeene Weijde moet worden gevonden, gen. Belastinge in plaatse van één behoorden te worden gestelt op twee percento van die Huure op welke bij voorn. overgelegde lijste zijn worden genoteerd en getauxeert.

Dat ten eijnde die heffinge op eene rigtige wijze geschiede teevens zoude kunnen worden bepaalt:

  1. dat in cas van wanbetalinge bij verkoop, de koopers aanspraakelijk blijve.
  2. dat de betaalinge van de heffinge zal moeten geschieden binnen de drie eerste maanden van ijder jaar op pane van in het dubbelt te vervallen.
  3. dat gelijk bij aansegginge van Commissarissen van de Gemeene Weijde alle Huijzen en Erven onder Nummers zijn gebragt, die geenen welke bevonden zal worden daar aan niet voldaan te hebben zal vervallen in de dubbele quotisatie.
  4. dat die geene welke op een thans leedig zijnde erff, eenig gebouw aanlegt oft plaats, gehouden zal zijn, daarvan binnen drie weeken na de voltooijing, kennisse te geeven ten Comptoire der gemeene weijde om meede onder zijn Nummer gebragt, en daar van de nagedaane Tauxatie, de quotisatie betaalt te worden.
  5. en eijndelijk, dat die een Huijs en Erven komt te koopen, daar van binnen drie weeken na het doen van Transport, kennisse zal moeten geeven aan het voorsz. Comptoir, omme aldaar op zijn Naam te worden overgeboekt, waar voor aan den Cassier der Gemeene Weijde zal worden betaalt thien stuijvers. Alsmeede op pane van dubbelde betalinge der heffingen.

Alle het welke gehoort en daar over gedelibereert zijnde, is goed gevonden en geresolveert.



Bronnen 1782-1787

Nationaal Archief, 1.05.10.02 Raad van Politie,

inv.nrs.114-116, Minuut-notulen Hof van Politie betreffende politieke zaken, met bijlagen. (Bijlagen Politieke Notulen), 1781-1782.

 

Nationaal Archief, 1.05.10.07 Administratie van Financien, Boekhouder-Generaal / Controleur-Generaal,

inv.nr.119 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1785 (no.6) scans

inv.nr.120 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1786-1787 scans

NB ontbrekende delen: 1782-1784.

NB de 'contra rolleur' of controleur moest de financiële administratie controleren.

NB betalingen alleen op naam, zonder huisnummer.



Huurwaarde 1788-1811

 

Origineel

Een nieuwe taxatie van de huurwaarde vond in de periode 1788-1811 niet plaats, daarom ontbreekt een huurwaarderegister of lijst. Echter met behulp van het kasboek van de Gemene Weide kan het grootboek gereconstrueerd worden, daaruit is een huurwaardetabel 1807 opgesteld. Voor de jaren 1793-1806 kan eenzelfde reconstructie plaatsvinden met behulp van het contrakasboek.

In 1802 werd simpelweg 50% opgeteld bij de huurwaarde van alle percelen. Dit blijkt uit het bewaard gebleven grootboek fragment. Op basis van de informatie uit het kasboek van de Gemene Weide weten we dat het grootboek begon met de eerste wijk. Het lijkt er op dat de buurten Kauwknie en voorstad Zeelandia ieder een eigen grootboek hadden, omdat de folionummering eveneens bij 1 begint.

De straatnamen ontbreken in het kasboek.

 

Huisnummer

De eerste wijk telde 118 nummers, de tweede wijk telde 182 nummers, de derde wijk telde 125 nummers en de vierde wijk had er 590. Vanaf 1803-1804 werd voor de buurten Kauwknie en voorstad Zeelandia of Combé eveneens de huurwaarde geregistreerd en belasting betaald. De buurt Kauwknie telde 96 huisnummers, voorstad Zeelandia of Combé linkerzijde telde 26 huisnummers en voorstad Zeelandia of Combé rechterzijde telde 107 huisnummers.

 

Transcriptie Kasboek 1807-1811

In het kasboek staat wat er per huisnummer in dat jaar is betaald en voor welke jaren.

Afgekorte voornamen zijn voluit geschreven, de achternamen zoals aangetroffen, met modern hoofdlettergebruik.

Afkortingen (weed., bl., minderj., geb., gebr., n.u./nom.ux.) zijn voluit geschreven (weduwe, boedel, minderjarige, geboren, gebroeders, nomine uxoris). Nomine uxoris = in naam van de echtgenote, die de eigenaresse is.

Bij boedels en gedeeld eigendom staat vaak een derde persoon die voor rekening van de eigenaar de betaling aan de Kas doet.

Wanneer het belastingjaar ontbreekt is dat aangevuld.

Betaling aan de Kas van de Gemene Weide gebeurde soms in twee termijnen. Dan bij tweede termijn de vermelding saldo.

Wanneer een eigenaar voor een perceel in een jaar dubbel werd aangeslagen dan is dat apart vermeld: 'dubbele quotisatie'.

De adressen zijn genormaliseerd, bijvoorbeeld:

La.“WWW vierde wijk, drie W 4/wijk of 3W 4/w” wordt La.3W.w.4

“Een erv geleegen aan de zoogenaamde Kauwknie bekend onder No.” wordt 'erf Kauwknie No.'

“Een erv geleegen in de voorstad Zeelandia Regterzijde No.” wordt 'erf voorstad Zeelandia rechts No.'

Wanneer een verschrijving of fout in het adres door de boekhouder heeft plaatsgevonden, dan is dat gecorrigeerd. [er staat ...] geeft dan het origineel weer in het kasboek.

Vanaf 1807 raakten de folio's in het oorspronkelijk grootboek vol en werden de posten achterin bijgeschreven. [vervolg folio …] verwijst naar het nieuwe folionummer in het origineel.

In de posten in het kasboek zijn ook begrepen de aanslagen voor levende have en/of rijtuigen, alsmede voor houtmarkt gerechtigheid (HMG) & los en stijgergeld. Daarnaast nog het onderhoud van bruggen.

De eigenaren betaalden doorgaans voor al hun percelen ineens, zodat het kasboek veel verzamelposten bevat, één bedrag voor meerdere huisnummers en aanslagen. In de transcriptie zijn die posten gesplitst, zodat ieder huisnummer, levende have en/of rijtuig, houtmarkt gerechtigheid & los- en stijgergeld een eigen regel of record heeft gekregen.

Wanneer een eigenaar voor een perceel over meerdere jaren tegelijk betaalde, dan is die post per jaar verdeeld.

 

Bronbewerking Grootboek

In het grootboek staat wat er per huisnummer voor ieder jaar is betaald. Standaard twee huisnummers per grootboekfolio.

In het grootboek, op volgorde van huisnummer, staan de eigenaren met de aanslagen van 1807-1811, voor zover die konden worden teruggevonden in het kasboek.

 

Om de aanslag te kunnen berekenen moeten de bedragen voor levende have en rijtuigen eerst van de betaalde gulden-stuiver-penning worden afgetrokken. Het resultaat heet montant, de schuld op de rekening. Indien het montant de waarde nul heeft, kon de waarde niet geabstraheerd worden uit de verzamelpost in het kasboek.

 

Een hoornbeest is een stuk hoornvee, met name een koe: ƒ2,-

Rijpaard ƒ15,-.

Muilezel ƒ10,- en paard ƒ10,- werden gebruikt als trekdieren.

Een chais, een sjees, is een rijtuig op 2 wielen voor personenvervoer: ƒ20,-.

De lange wagen (open, ƒ10,-) en koets (gesloten, ƒ30,-), zijn rijtuigen op 4 wielen voor personenvervoer.

Een kar is een voertuig op 2 wielen voor vrachtvervoer: ƒ10,-.

De wagen op 4 wielen is voor vrachtvervoer: ƒ10,-.



Aanslag en huurwaarde

Met behulp van de aanslag kan de huurwaarde berekend worden.

Volgens het grootboek bedroeg de belastingaanslag 2% van de huurwaarde, gedurende de periode 1788-1805. In 1806 werd de aanslag verhoogd naar 4%, maar wel bleven sommige percelen tegen 2% aangeslagen.

De bedragen zijn in Surinaamse guldens, stuivers en penningen.

Betalingstermijn in 1807 de maanden juni en juli, in 1808-1811 voor 1 april.



Bronteksten

Volgens resolutie vond alleen voor het jaar 1802 een verhoging (augmentatie) plaats van de aanslag met 50%. In 1802 werd simpelweg 50% opgeteld bij de huurwaarde van alle percelen ; een aanslag van 3 gulden werd 3 gulden en 8 stuivers.

 

Het Kantoor der Gemeene Weide en Land-taxe.

De Ontvanger brengt ter kennis aan de respective Ingezetenen, dat na ulto dezer maand, geene Opgaven van Huizen aan Paramaribo gelegen of onder ressorte van dien, als mede van Rijtuigen, Paarden, Wagens en Karren, Ezels en Hoornbeesten, zullen worden aangenomen, en dat, na dien tijd de boetens in aanmerking zullen komen; als ook na den 31ste maart, wanneer het verschuldigde niet behoorlijk aangezuivert zal zijn; alles ingevolgen de Publicatie in Ao 1806, geëmaneerd en in 1812 gerenoveerd.

Paramaribo den 20 januari 1825, L.Wetzler, Ontvanger.

Surinaamsche Courant, 21 januari 1825.

 

Bronnen 1788-1811

Nationaal Archief, 1.05.10.07 Administratie van Financien, Comptoir boekhouder-kassier van de Gemene Weide,

inv.nr. 342, Kasboek Gemene Weide, 1807-1810, 1 deel scans

inv.nr. 343, Kasboek Gemene Weide, 1811-1816, april, 1 deel scans

inv.nr. 345, Grootboek van ontvangst taks huishuur, 1788-1816, folio 243-252. scans

Per wijkno staan hierin de eigenaren, met huurwaarde en belastingaanslag vermeld.

 

Nationaal Archief, 1.05.10.07 Administratie van Financien, Boekhouder-Generaal / Controleur-Generaal,

inv.nr.121 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1788-1789 scans

inv.nr.122 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1791 scans

inv.nr.123 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1793 scans

inv.nr.124 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1794 scans

inv.nr.125 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1795 scans

inv.nr.126 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1796 scans

inv.nr.127 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1800-1801 scans

inv.nr.128 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1802-1803 scans

inv.nr.129 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1804 scans

inv.nr.130 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1805 scans

inv.nr.131 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1806-1807 scans

inv.nr.132 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1808-1812 scans

NB ontbrekende delen: 1790, 1792 en 1797-1799.

NB de 'contra rolleur' of controleur moest de financiële administratie controleren.

NB tot en met 1791 betalingen alleen op naam.

NB gedurende 1793-1803 op naam en met vermelding huisno. (zonder wijk)

NB vanaf 1804 op naam en huisno met wijkcijfer : 22 4/w, 4/wijk of vierde wijk.

NB betreft de posten met vermelding van 'Taxatie van huyshuur', Tax. Hh, Tax., of HH.



Huurwaarde 1812

 

Origineel

Een nieuwe taxatie van de huurwaarde, 'Taxatie van huyshuur', vond in 1812 plaats. Een huurwaarderegister of lijst ontbreekt, maar met behulp van het kasboek van de Gemene Weide kon het grootboek gereconstrueerd worden. Daaruit is de huurwaardetabel opgesteld.

Op basis van de informatie uit het kasboek van de Gemene Weide weten we dat het grootboek begon met de eerste wijk. Het lijkt er op dat de buurten Kauwknie en voorstad Zeelandia ieder een eigen grootboek hadden, omdat de folionummering eveneens bij 1 begint.

De straatnamen ontbreken in het kasboek.

 

Huisnummer

Sinds 1782 bleven de huisnummers hetzelfde: de eerste wijk telde 118 nummers, de tweede wijk telde 182 nummers, de derde wijk telde 125 nummers en de vierde wijk had er 590. Maar in de volgende dertig jaar waren er natuurlijk een groot aantal nieuwe huizen bijgekomen, die kregen in de loop van de tijd hun eigen aparte huisnummer.

 

De buurt Kauwknie had in 1812 vier extra huisnummers: A,B,C en D.

De voorstad Zeelandia rechterzijde had in 1812 twaalf extra huisnummers: A t/m M.

 

Voor de 1e, 2e, 3e en 4e wijk tezamen volgden drie nummersystemen elkaar op:

In 1788 begon men met de uitgifte van letters: A t/m ZZZZ, onafhankelijk van de wijk. De letter I deed niet mee. Voor de duidelijkheid genoteerd als 1A t/m 1Z, 2A t/m 2Z, 3A t/m 3Z, 4A t/m 4Z.

In 1802 werden letters 1A, 2A, 3A, 4A, 5A t/m 5Z gecombineerd met een doorlopend nummer, onafhankelijk van de wijk: La. A no.1 t/m La. 5X no.123.

In 1806, nam men een doorlopend nummer met plus teken ervoor, onafhankelijk van de wijk, van + no.1 t/m + no.180.

 

Transcriptie Kasboek 1812-1816

In het kasboek staat wat er in het jaar is betaald.

Zie voor wijze van transcriptie uitleg bij Transcriptie Kasboek 1807-1811.

Vanaf 1812 werden de exploict, executie en proclamatie kosten vermeld in het kasboek. Deze vervolgkosten zijn niet meegenomen in de transcriptie.

Ook komen er nieuwe posten in het kasboek voor, zoals de kosten voor aanleg van een riool en het aantal slaven op houtplantages.

 

Bronbewerking Grootboek

In het grootboek staat wat er voor ieder jaar is betaald. Standaard twee huisnummers per grootboekfolio.

In het grootboek, op volgorde van huisnummer, staan de eigenaren met de aanslagen van 1812-1816, voor zover die konden worden teruggevonden in het kasboek, en de daaruit berekende huurwaarde.

Om de aanslag te kunnen berekenen moeten de bedragen voor levende have en rijtuigen eerst van de betaalde gulden-stuiver-penning worden afgetrokken. Het resultaat heet montant, de schuld op de rekening. Indien het montant de waarde nul heeft, kon de waarde niet geabstraheerd worden uit de verzamelpost in het kasboek.

 

Een hoornbeest is een stuk hoornvee, met name een koe: ƒ5,-

Rijpaard ƒ25,-.

Muilezel ƒ10,- en paard ƒ10,- werden gebruikt als trekdieren.

Een chais, een sjees, is een rijtuig op 2 wielen voor personenvervoer: ƒ30,-.

De lange wagen (open, ƒ20,-) en koets (gesloten, ƒ40,-), zijn rijtuigen op 4 wielen voor personenvervoer.

Een kar is een voertuig op 2 wielen voor vrachtvervoer: ƒ20,-.

De wagen op 4 wielen is voor vrachtvervoer: ƒ20,-.



Aanslag en huurwaarde

Met behulp van de aanslag kan de huurwaarde berekend worden.

Volgens het fragment grootboek bedroeg de belastingaanslag 4% van de huurwaarde.

De bedragen zijn in Surinaamse guldens, stuivers en penningen.

Betalingstermijn in 1812 de maanden juni en juli, in 1813-1816 voor 1 april.



Bronnen 1812-1816

Nationaal Archief, 1.05.10.07 Administratie van Financien, Comptoir boekhouder-kassier van de Gemene Weide,

inv.nr. 343, Kasboek Gemene Weide, 1811-1816, april, 1 deel scans

inv.nr. 344, Kasboek Gemene Weide, juli 1816-1819, 1 deel scans

inv.nr. 345, Grootboek van ontvangst taks huishuur, 1788-1816, folio 243-252. scans

 

Nationaal Archief, 1.05.10.07 Administratie van Financien, Boekhouder-Generaal / Controleur-Generaal.

inv.nr.132 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1808-1812 scans

inv.nr.133 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1813-1814 scans

NB contrakasboek over de jaren 1815-1816 ontbreekt.

NB de 'contra rolleur' of controleur moest de financiële administratie controleren.




Huurwaarde 1817

 

Origineel

Een huurwaarderegister voor de jaren 1817 en 1822 is niet bewaard gebleven, maar valt wel te reconstrueren, met behulp van het Grootboek (1817-1822). Op volgorde van het huisnummer staan hierin vermeld de eigenaren, met 'taxatie van huyshuur', de hieruit verschuldigde en betaalde belasting per jaar.

De straatnamen ontbreken in het grootboek.

Doordat het grootboek is beschadigd ontbreken wijk A en een deel van wijk B. Eveneens ontbreken de buurten Kauwknie en voorstad Zeelandia, die ieder een eigen grootboek hadden.

Met behulp van het kladkasboek, kasboek en contrakasboek zijn de ontbrekende wijken gereconstrueerd.

 

Huisnummer

Oude Wijk (OW) met letter (La.) en nummer (No.). De wijken A, B, C, D, allemaal hele nummers.

 

Transcriptie kasboek 1817-1821 en 1822-1824

In het kasboek staat wat er in het jaar is betaald.

Zie voor wijze van transcriptie uitleg bij Transcriptie Kasboek 1807-1811.

In het kasboek staan tevens vermeld vanaf 1 juli 1817 het zegelrecht, vanaf 1 april 1818 de 10% verhoging en vanaf 1 december 1818 de vervolgkosten. Deze onkosten zijn niet meegenomen in de transcriptie.

 

Zonder straatnamen en volledige vermelding van de buurt en/of zijde was het soms lastig onderscheid te maken tussen de verschillende A-series. Met behulp van de controle op naam, grootboekfolio en bedrag kon wijk A toch worden gereconstrueerd uit het kasboek.



Transcriptie Grootboek 1817-1822

In het grootboek staat wat er voor een jaar is betaald.

Een folio in het grootboek beslaat zowel de debetzijde als de creditzijde. Bij de scans die het Nationaal Archief heeft gemaakt zijn debet- en creditzijde ieder apart gescand, hetgeen de overzichtelijkheid niet ten goede komt.

 

folio

Debetzijde: La. D

naam eigenaar

jaar, 1 januari, aan taxatie van huyshuur, waarde, a 4 pCt, bedrag verschuldigd.

 

Creditzijde: No. 300

datum, per kassa, (naam), bedrag betaald.

 

In het grootboek, op volgorde van huisnummer, staan de eigenaren, met de huurwaarde en de daaruit afgeleide aanslagen van 1817-1822.

Wanneer een eigenaar in een jaar dubbel werd aangeslagen (dubbele quotisatie) dan is dat apart vermeld.

Het grootboek lijkt voor wat betreft de boekjaren 1821-1822 onvolledig te zijn, maar dit heeft grotendeels te maken met het niet innen van belasting van de op 21 en 22 januari 1821 afgebrande percelen. In kolom opmerkingen vermeld of een pand toen is afgebrand.

 

De volgende informatie van de creditzijde is niet opgenomen in de transcriptie:

1.de datums en bedragen van de betaling aan de Kas van de Gemene Weide.

2.Bij boedels en gedeeld eigendom staat vaak wie de betaling aan de Kas doet.

3.Wanneer iemand werd aangeslagen voor een hoornbeest, ezel, rij- of trekpaard, rijtuig of wagen staat dat ook in dit grootboek, meestal apart tussen de huurwaarde in.



Aanslag en huurwaarde

Gedurende 1817-1822 bedroeg volgens het grootboek de belasting op onroerend goed 4% van de getaxeerde huurwaarde. Volgens het kasboek vond met ingang van 1 april 1818 een verhoging van de belastingaanslag plaats. Van het montant moest 10% extra betaald worden, deze heffing werd apart geregistreerd en staat niet in het 'grootboek huurwaarde'.

De bedragen zijn in Surinaamse guldens, stuivers en penningen.



Bronteksten

In afwachting van nieuwe wetgeving bleven de tot 1816 bestaande belastingen na 1816 voorlopig gehandhaafd, hierdoor liep de overheid inkomsten mis. Om de Koloniale Kas enigszins aan te zuiveren, werd met ingang van 1 april 1818 op al de Landsbelastingen 10% extra geheven.

Gouvernementsblad Suriname 1818 no.2, Resolutie 18 maart 1818, behelzende Tiende-Verhooging op de Belastingen, except het Zegel.

 

De Raad Kontrarolleur Generaal van Financien brengt bij deze ter kennis van de Ingezetenen dezer Kolonie, (…) wijders, dat hoezeer met de invordering der quotisatie van Huizen in de jongstledene ramp afgebrand, over dit loopend jaar vooreerst geene verdere voortgang zal worden gemaakt; de opgaven echter als gewoonlijk zullen moeten geschieden.

5 maart 1821, A. Nering Bögel.

Surinaamsche Courant, 6 maart 1821

 

Gouvernementsblad Suriname 1821 no. 9, 5 september 1821, behelzende vrijdom van de Belasting aan de Gemeene Weide voor nieuwe op te bouwen huizen in het afgebrande gedeelte van Paramaribo voor den tijd van zes jaren. (1 januari 1821-31 december 1826)

M.a.w. pas weer in 1827 belastingplichtig aan het Kantoor der Gemene Weide, ter aanmoediging van de wederopbouw.

 

  1. Uden Masman sr., Kort verslag van den zwaren brand te Paramaribo voorgevallen (Amsterdam 1821).

 

Nationaal Archief, 1.05.10.02 Raad van Politie Suriname, inv.nr. 687, Notulen van het Hof dd 21 december 1821 (scan 56-57):

Op voordracht van de Controleur-Generaal van Financien wordt een hertaxatie van de huurwaarde bevolen. Niet ivm de brand, maar omdat het al zo lang geleden is. De opdracht verleend aan College van de Gemene Weide.

 

Gepriviligeerde Surinaamsche Courant 7 februari 1825, Notificatie

Alle erven in de stad Paramaribo moeten zijn voorzien van een paal waarop de letter van de wijk staat. De erven waarop voor de brand van 1821 gebouwen stonden, moeten tevens het nummer van het huis op die paal zetten.

 

Bronnen 1817-1826

Nationaal Archief, 1.05.10.07 Administratie van Financien, Comptoir boekhouder-kassier van de Gemene Weide,

inv.nr. 341, Kladkasboek Gemene Weide, juli 1817-1821, 1 deel scans

inv.nr. 344, Kasboek Gemene Weide, juli 1816-1819, 1 deel scans

inv.nr. 346, Grootboek van ontvangst taks huishuur, 1817-1822, 1 deel (scans), folio 1-110 ontbreken. Eerste volledige bladzijde, met La en No vanaf:

scan 62 – 63 (B.143), t/m scan 1202 – 1203 (D.818).

scan 1228 t/m scan 1347: taxatie van hoornbeesten, rijtuigen en paarden op naam.

 

inv.nr. 354, Kladkasboek Gemene Weide en landtaksen, 16 juni 1823- jan.1825, 1 deel.

inv.nr. 355, Kasboek Gemene Weide en landtaksen, jan.1820-30 juni 1823, 1 deel.

NB 1823 vanaf scan 474.

inv.nr. 356, Exploict- en executieboek, 1817-1828, 1 deel.

inv.nr. 357, Arrest- en oppositieboek, 1819-1828, 1 deel.

 

Nationaal Archief, 1.05.10.07 Administratie van Financien, Boekhouder-Generaal / Controleur-Generaal.

inv.nr.134 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1818-1822 scans

NB de 'contra rolleur' of controleur moest de financiële administratie controleren.

 

Nationaal Archief, 1.05.10.07 Administratie van Financien, Comptoir van de ontvanger van de kassa tegen de weglopers en van de hoofdgelden, 1816-1823.

inv.nr. 337 Register van Transporten, 1819-1823. scans

inv.nr. 338 Register van Transporten, 1824. scans

de transporten staan ook vermeld in:

inv.nr. 297 Kassaboek 1818-1819. scans

inv.nr. 298 Kassaboek 1820-1822. scans

inv.nr. 299 Kassaboek 1823. scans

NB Kassaboek 1817 ontbreekt.

 

Nationaal Archief, 1.05.11.09 Gemeentebestuur, Gemeente-ontvanger (der Kolonie Suriname),

inv.nr.6 Repertorium betreffende naasting van onroerend goed, 3e kwartaal 1826.

 

Nationaal Archief, 1.05.10.02 Raad van Politie Suriname, inv.nr. 739, Index op de notulen van het Hof 1816-1823: niets over wijziging wijknummering of huurwaarde in 1816-1817.

In 1821 over Opbouw verbrande huizen binnen Paramaribo.



Huurwaarde 1827

 

Origineel

Kohier der Getaxeerde Huurwaarde van Huisen aan Paramaribo.

volgens welk de Belasting van vier percent op de Huishuren aan het Kantoor der

Gemeene Weide & Landtaxen door de Eigenaren der Huisen wordt betaald,

beginnende met den Eersten Januari 1827.

 

Het huurwaarde kohier geeft een overzicht van de op dat moment bestaande Oude Wijk huisnummers (OW) met de eigenaren, de bruto-taxatie, 1/6 aftrek, de netto-taxatie én de belastingaanslag van vier procent. Het is daardoor tevens een aanslagregister.

De schrijver van kohier 1827 is soms wat slordig in de notatie van de namen, daarom is bij verschil of onduidelijkheid de schrijfwijze in het kohier 1829 aangehouden.

In het register staat in de kop vermeld de straatnaam, met zijde (links en rechts) en de wijkletter. De wijken A, B, C, D en de buurten Kauwknie en voorstad Zeelandia of Combé ingeschreven op volgorde van looproute der wijkmeesters. Het kohier van 1827 is onvolledig, het mist t.o.v. 1829 diverse huisnummers en de buurten Kauwknie en voorstad Zeelandia of Combé ontbreken geheel.

 

Wanneer gedurende de periode 1827-1829 een transport plaatsvond van het erf is de oude eigenaar doorgehaald en de nieuwe eigenaar ingeschreven onder vermelding van de transportdatum.

 

Nationaal Archief, 1.05.11.09 Gemeentebestuur, Gemeente-ontvanger (der Kolonie Suriname), inv.nr. 35, Kohier van getaxeerde huurwaarde van huizen en erven, 1827-1828. (deel no.1) scans

inv.nr. 36, Kohier van getaxeerde huurwaarde van huizen en erven, 1829. (deel no.2) scans

 

Huisnummer

Oude Wijk, met bis nummers.

 

Bronbewerking Grootboek

Onder 'aanslag' de door mij berekende belastingaanslag.

Huis La. en No. (OW), straatnaam en straatzijde zijn identiek als in 1830, eventuele afwijkingen zijn toegelicht onder opmerkingen.

Toegevoegd is een vlgno. die de volgorde weergeeft in 1830. De kolom 'transport', voor het vermelden van nieuwe of oude eigenaren en de datum van transport, zoals vermeld in het register.




Aanslag en huurwaarde

De laagste getaxeerde huurwaarde in 1827 was 20 gulden, de hoogste was 3600 gulden. De commissie rekende met eenheden van 5 gulden. De getoonde huurcontracten werden hiermee in overeenstemming gebracht.

Van de getaxeerde huurwaarde werd 1/6 in mindering gebracht voor onderhoud. Over de verkregen netto-huurwaarde werd vervolgens 4% belasting geheven.

De bedragen zijn in Nederlandse guldens en centen.



Bronteksten

Gouvernementsblad Suriname 1825 no.6, 15 november 1825, waarbij in werking wordt gebragt de Decimale Berekening bij de deeling van de Koloniale Geldswaarde.

In alle Administratie boeken ipv Gulden, a 20 Stuivers a 16 Penningen (tot 31 december 1825) nu Gulden a 100 centen (per 1 januari 1826).

 

Gouvernementsblad Suriname 1826 no.4, 25 oktober 1826, Publicatie behelzende bepalingen omtrent de intrekking van het Surinaamsche papiergeld.

De invoer van het Nederlands muntstelsel én bankpapier in Suriname.

Zie ook Algemeen Handelsblad 9 april 1845, ingezonden stukken : Het Adres over de Surinaamsche Aangelegenheden en de Redevoering van den Minister van Kolonien.

 

Surinaamsche Almanak voor het jaar 1828, p.170.

Art. 6.

Ter vervanging van het Surinaamsch courant zal, te rekenen van den 1 Januarij 1827, de Nederlandsche Gulden de eenheid van berekening zijn in alle handelingen van of met den lande, mitsgaders in alle geregtelijke transporten, acten en obligatiën.

Art. 8.

Van en met 1o. Januarij 1827, zullen de Gouvernements-Boeken en die van alle openbare administratiën in Nederlandsche guldens en centen worden gehouden, en zullen de, op den laatsten December 1826, bij dezelve openstaande saldo's op nieuwe rekening in Nederlandsche guldens en cents worden overgebragt, in verhouding van drie honderd tien Surinaamsch tot honderd gulden Nederlandsch.

 

Gouvernementsblad Suriname 1826 no.6, 20 december 1826, regeling Belastingmiddelen.

Per 1 januari 1827 Nederlandsch Courant (Nfl.) i.p.v. Surinaamsch Courant (Sfl).

Met omrekentabel: Sfl 100,- = Nfl. 32,25 ; Nfl 100,- = Sfl 310.

Een tiërcering van de waarde.

In 1829 is met de instelling van de West-Indische Bank het Surinaamse bankpapier weer in omloop gebracht.

 

Publicatie van 19 november 1828 (GB no.17), bevattende reglementaire bepalingen voor de Plaatselijke en Landelijke Policie. [Politieverordening voor eigenaren van huizen en erven]

art. 33 boven de hoofddeur van een huis moet nummer en letter van de wijk staan vermeld, bij een erf op een paal.



Bronnen 1827-1829

Nationaal Archief, 1.05.11.09 Gemeentebestuur, Gemeente-ontvanger (der Kolonie Suriname),

inv.nr. 35, Kohier van getaxeerde huurwaarde van huizen en erven, 1827-1828. (deel no.1) scans

inv.nr. 36, Kohier van getaxeerde huurwaarde van huizen en erven, 1829. (deel no.2) scans

 

Nationaal Archief, 1.05.11.07 Administratie van Financien (1828-1832), Controleur-Generaal Financien,

inv.nr.55, Contrakasboek van het kantoor van de gemene weide en landtaksen, 1827-1828. scans

Ontvangsten uitgesplitst naar: huurwaarde, erfpacht, bruggen en wegen, paarden en rijtuigen, akkergelden, admissie celen, tiende verhoging, zegelrecht, exploictatie en executie leges. Ontvangsten op datum met naam, zonder adres.

 

Nationaal Archief, 1.05.11.07 Administratie van Financien (1828-1832), Kantoor van de gemene weide en landtaksen,

inv.nr.77, Journaal van ontvangsten van de gemene weide, 1828, 1 deel. scans

NB (april 1828 – december 1828), 28 folio's

Ontvangsten uitgesplitst naar: huurwaarde, erfpacht, bruggen en wegen, paarden en rijtuigen, akkergelden, admissie celen, tiende verhoging, zegelrecht, exploictatie en executie leges. Ontvangsten op datum met naam en adres bij huurwaarde, maar bij erfpacht op nummer.



Huurwaarde 1830

 

Origineel

Het huurwaarderegister, gedateerd 28 februari 1830 (scan 145), geeft een overzicht van de op dat moment bestaande Oude Wijk huisnummers (OW) met de eigenaren, de huurwaarde en of die op basis van een huurcontract of taxatierapport tot stand is gekomen. Tevens wordt onder aanmerkingen vermeld waarom een erf is vrijgesteld van belasting: onbebouwd. Verder worden de ambachten vermeld die in het pand werkzaam zijn: “Dit gebouw dient voor een ...winkel”.

 

In het register staat naast het huisnummer, in de kop vermeld de straatnaam, met zijde (links en rechts) en de wijkletter. Het register is op volgorde van de looproute der wijkmeesters. De wijken A, B, C, D en de buurten voorstad Zeelandia (Combé), Kauwknie, Frimangron, Böhmknie. En Kwatta:

Suppletoir Aanslag Register van de Taxa der Huizen, staande aan het Pad of Rijweg van Quata, van de Viottebrug af regts. (scan 147)

Accordeerd met het Suppletoir Cohier der getaxeerde Huurwaarde van Huizen aan Paramaribo, geformeerd den 28 december 1830 ; naar aanleiding der Resolutie van Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal de dato 7 augustus 1830 no.833/767. Executoir verklaard in de vergadering van den Hoogen Raad den 22 maart 1831.(scan 148)

 

Nationaal Archief, 1.05.11.09 Gemeentebestuur, Gemeente-ontvanger (der Kolonie Suriname),

inv.nr. 37 Kohier van getaxeerde huurwaarde van huizen en erven, 1830. (deel no.3) scans

 

Huisnummer

Oude Wijk huisnummer.

 

Bronbewerking Grootboek 1830-1832

De ambachten zijn volgens moderne spelling opgenomen in de tabel om het zoeken te vergemakkelijken. Bijvoorbeeld kleermaker in plaats van kledermaker.

Wanneer gedurende de periode 1830-1832 een transport plaatsvond van het erf is de oude eigenaar doorgehaald en de nieuwe eigenaar ingeschreven onder vermelding van de geregistreerde transportdatum.

Onder opmerkingen: 'Bij nummer' = aan dat perceel toegevoegd. In het origineel staat vaak “ aan nummer getrokken”. 'Incluis nummer' = met inbegrip van dat perceel. In het origineel staat vaak “nummer hieronder begrepen”.

 

Het Aanslag-Register van de taxa op huizen aan Paramaribo is omgewerkt. Van de jaar kolommen zijn regels of records gemaakt.

In plaats van een datum staat er soms “overgenomen”. Waarschijnlijk betekent dit dat de openstaande post is overgenomen in het volgende boek. Het betekent in ieder geval niet dat het perceel “terug aan het domein” is gegeven.

 

De kolom 'Brand 1832' is toegevoegd op basis van een lijst in de Surinaamsche Courant van 9 september 1832. Die lijst geeft geen wijknummers van de op 3 september verbrande huizen, maar op basis van de namen van de eigenaren kon het worden gereconstrueerd. De lijst van circa 60 huizen is ook opgenomen in M.D. Teenstra, De negerslaven in de kolonie Suriname (1842), p.197-201.



Aanslag en huurwaarde

De laagste getaxeerde huurwaarde in 1830 was 20 gulden, de hoogste was 3000 gulden. De commissie rekende met eenheden van 5 gulden. Daarnaast was iedere huurwaarde mogelijk indien een huurcontract kon worden overlegd.

De belasting op de huurwaarde werd in 1830 als volgt berekend: Op de getaxeerde huurwaarde werd 1/6 in mindering gebracht voor het onderhoud. Over het restant werd 4 procent berekend als verschuldigd bedrag. Voorbeeld 150,- minus 25,- = 125,- x 0,04 = 5,-.

Onder aanslag de berekende belastingaanslag.

Bedragen in Surinaamse guldens en centen.



Bronteksten

Gouvernementsblad Suriname 1828 no.16, Ordonnantie Patentregt

  • 9 en 10 : aanslag patent op basis van huurwaarde (koopprijs of taxatie) huis of pakhuis.

Artikel 7 : maar eerste keer op basis van grondslag huurwaarde volgens Gemene Weide uit 1827.

Dit leidde tot klachten waarop een nieuwe organisatie werd opgetuigd:

 

Verloop wetgeving

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr. 3 Notulen dd 3 maart 1829 no. (scan 67-68): Op een rekest van winkeliers over een andere heffing van het patentrecht in plaats van op basis huurwaarde 1827, wordt afwijzend beschikt.

“Vervolgens brengt de Gouverneur-Generaal aan de vergadering in consideratie of het niet raadzaam zijn zoude, hoe eerder hoe beter, eene nieuwe tauxatie van de huurwaarde der huizen, welke niet alleen op de regeling van het patentregt betrekking heeft, maar waarnaar ook de belasting onder den naam van taxatie van huishuur bekend, en aan het Gemeentebestuur verschuldigt, geregeld wordt, te doen plaatshebben, waarbij alsdan die huizen te Paramaribo, die alsnog van geen nummer voorzien zijn, behoorlijk zouden moeten worden genummerd, en die tevens tot grondslag zoude strakken voor het aanleggen van betere kohieren dan de tegenwoordige.”

Aan de Controleur-Generaal voor de Financien wordt advies gevraagd “op welke wijze zulks gevoeglijk zal kunnen geschieden.”

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr. 3 Notulen dd 10 juli 1829 no.43 (scan 175): Memorie van advies over taxatie huurwaarde van de Controleur-Generaal voor de Financien. “Waarover gedelibereerd, is goedgevonden en verstaan deswegens eene publicatie op te maken in overeenstemming met de door den CGF voorgedragen beginselen. Met de redactie waarvan de Algemeene Secretaris is belast.”

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr. 3 Bijlage tot de notulen 10 juli 1829 no.43 (scan 461-472): Memorie van consideratien en advies van den Controleur-Generaal wegens de taxatie der huurwaarde van de huizen aan Paramaribo, met modellen van kohieren en aanslag register.

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr. 2 Notulen dd 30 oktober 1829 no.79 (scan 313-314): Ontwerp publicatie taxatie huurwaarde. “Hetzelve bediscuteerd met eenige verandering goedgekeurd en de Algemeen Secretaris met de uitvaardiging belast.”

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr. 3 Bijlage tot de notulen 30 oktober 1829 no.79 (scan 969-983): Publicatie betrekkelijk de taxatie der huurwaarde van huizen en gebouwen.

Idem als Gouvernementsblad 1829 no.19, 30 oktober 1829.

 

Gouvernementsblad 1829 no.19, 30 oktober 1829, Publicatie houdende reglementaire bepalingen betrekkelijk de taxatie der huurwaarde van de huizen en gebouwen, binnen de stad Paramaribo en derzelver omtrek ; mitsgaders voorschriften betrekkelijk den aanslag van de Belasting op de huurwaarde.

Artikelen:

Art.1 te beginnen in 1829 elke drie jaar een nieuwe taxatie.

Art.2 november-december taxeren.

Art.3 door een Commissie van drie schatters: 2 notabele burgers en de stadsbouwmeester.

Art.4 schatten is een plicht, geen vergoeding.

Art.5 commissie geassisteerd door een secretaris, en in elke wijk door een der wijkmeesters.

Art.6 eed van trouw, zuivering en geheimhouding

Art.7 bezoek aankondigen in de couranten

Art.8 taxatie volgens regels:

Art.9 eerste, huurcontracten als bewijs van huur.

Art.10 bij vermoeden van opzet of wezenlijk verschil: taxatie volgens:

Art.11 eigenaar is bewoner of winkelier, schatting met vergelijkbare gebouwen of beroepen.

Art.12 ieder schatter zal afzonderlijk taxeren, vervolgens de middelsom.

Art.13 secretaris stuurt regelmatig bericht of staat over voortgang aan Gemeentebestuur ; met vermelding van de onbebouwde erven, zonder taxatie.

Art.14 ter Secretarie wordt zo spoedig mogelijk uit die staten het algemeen Quohier opgemaakt (Model 1).

Art.15 stadsbouwmeester moet controleren op omheining van de erven en voorzien van Nommer en Letter der wijk. Op onbebouwde erven een paal met wijknummer.

Art.16 de President van het Gemeentebestuur certificeert het algemeen Quohier.

Art.17 algemeen Quohier zal 14 dagen ter visie liggen op Secretarie. Aankondiging in couranten.

Art.18 indien bezwaar binnen een maand aan Gemeentebestuur verzoekschrift. Gemeenteraad beslist.

Art.19 het algemeen Quohier blijft van kracht tot de volgende taxatie. Alleen wanneer een gebouw in de tussentijd onbewoonbaar is geworden kan de taxatie worden geroyeerd of verminderd.

Art.20 Uit het algemeen Quohier zal de Gemeente-ontvanger jaarlijks een Aanslag-Register van de verschuldigde belasting op huurwaarde (taxa) formeren (model 2).

Art.21 Uit het Aanslag-Register, door de Gouverneur-Generaal executabel verklaard in de Vergadering van de Hoogen Raad, zal de Gemeente-ontvanger de aanslagbiljetten (model 3) uitreiken aan belanghebbenden.

Art.22 –

 

model 1: Quohier van de huizen en erven aan Paramaribo. [zie inv.nr.37 : 1830]

Doorlopend nummer, wijk la no, naam eigenaar, huurwaarde, wijze taxatie, 1/6 korting voor onderhoud, bedrag van het verschuldigde berekend tegen 4 %, aanmerkingen.

 

model 2: Aanslag-Register van de taxa op huizen aan Paramaribo. [zie inv.nr.38 : 1830-1831-1832]

Doorlopend Nummer, Nommer van het Quohier, Belastingschuldigen, bedrag verschuldigde taxa, datum voldoening.

NB alfabetisch op naam belastingschuldigen; in het kohier terug te vinden met behulp van 'Nommer van het Kohier'.

 

Model 3: Kennisgeving.

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr.4 Notulen dd 11 mei 1830, no.80 (scan 204): kohier belasting op huurwaarde executoir verklaard.

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr.6 Bijlage tot de notulen 1830, dd 11 mei 1830, no.80 (scan 45): executoir verklaring belasting op huurwaarde.

Geen bezwaren binnengekomen.

 

Frimangron en Böhmknie

Vrije mans grond in 1829 binnen de stadsgrenzen getrokken?

 

Kwatta

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr.8 Notulen dd 8 februari 1831, no. (scan 55-56): taxatie huizen aan het pad van Quatta, 1830.

Omdat het pad van Kwatta binnen de stadsgrenzen kwam te liggen, moesten de huizen getaxeerd worden en de eigenaren voortaan belasting betalen.

 

Huurwaarde Kohier Pad van Quatta ligt ter visie.

Surinaamsche Courant 3 maart 1831

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr.8 Notulen dd 22 maart 1831, no.65 (scan 127-128): taxatie huizen aan het pad van Quatta, aanslag 1831.

Kohier executoir verklaard.

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr.9 Bijlage tot de notulen, dd 22 maart 1831, no.65-66 (scan 821-826):

Bij resolutie 7 augustus 1830 no.833/767 bepaald dat de gronden langs den weg naar Quatta zullen gerekend worden tot het grondgebied van Paramaribo te behooren.

Ze moeten delen in de belasting op huurwaarde, daarom door de wijkmeesters van nummers voorzien en door commissie van taxatie gewaardeerd. In opdracht van de president van het Gemeentebestuur Slengarde.

 

Belastingen gemeentebestuur

Door de regeringsreglementen die op 1 augustus 1828 in werking waren getreden, was er een grote wijziging gekomen in de financiële administratie en in het belastingstelsel van de kolonie Suriname. Een nieuwe regeling houdende bepalingen betreffende de middelen, ingevoerd bij Gouvernementsblad van Suriname, publicatie van 18 november 1828 (Gouvernementsblad van Suriname, nr. 16), trad op 1 januari 1829 in werking.

Art. 2 bepaalde dat het belastingstelsel van de kolonie, zoals dit met het jaar 1829 in werking zou treden, werd gesplitst in afzonderlijke baten, die deels door het landsbestuur en deels door het gemeentebestuur zouden worden geheven.

Art. 3 gaf aan welke belastingen, betaalbaar bij de algemene ontvanger, onder de inkomsten van het landsbestuur begrepen waren.

Art. 4 bepaalde dat onder de inkomsten van het gemeentebestuur o.a. begrepen waren de belastingen van de Gemene Weide, betaalbaar bij de gemeente-ontvanger.

Toen het nieuwe Regeringsreglement voor de Kolonie Suriname van 9 augustus 1832 op 1 januari 1833 in werking trad en daardoor het gemeentebestuur had opgehouden te bestaan, had het ook meegebracht dat ingevolge art. 58 de ontvangst van alle belastingen, zonder onderscheid, en de uitbetaling van 's Lands penningen opgedragen werd aan de koloniale ontvanger en betaalmeester. Een besluit van de gouverneur-generaal van 6 december 1832 bepaalde in art. 2 onder andere dat vanaf 1 januari 1833 in alle betrokken wetten of resoluties voor gemeente-ontvanger moest gelezen worden koloniale ontvanger en betaalmeester.

 

Gemeente-ontvanger

De instructie voor de gemeente-ontvanger werd vastgesteld door de gouverneur-generaal, bij zijn besluit van 22 november 1828. Hierbij werd de gemeente-ontvanger belast met de invordering en ontvangst van beschreven en onbeschreven middelen, die ten behoeve van het gemeentebestuur werden geheven. Uit deze ontvangsten deed hij de betalingen ten laste van het gemeentebestuur (art.2).

Van de vaste inkomsten die bij aanslag of omschrijving werden geheven, bepaaldelijk voor de belastingen van de Gemene Weide, de Landtaksen, de Quota van de suikerplantages en houtgronden, moesten jaarlijks afzonderlijke registers worden aangelegd (art. 3). De gemeente-ontvanger zou voor de ontvangst aan de belanghebbenden een kwitantie geven uit een ingebonden register, voor elk onderwerp van ontvangst afzonderlijk (art.6). De duplicaat-kwitantie in het register zou door hem getekend worden, ter verificatie van de maandstaten. De afgegeven kwitanties werden vervolgens in een registratieboek geregistreerd (art. 7).

Van de dagelijkse ontvangsten werd een kasboek bijgehouden (art. 8). Elke maand deed hij verantwoording aan het gemeentebestuur op de wijze in art. 9 omschreven.

De niet ingevorderde posten van de beschreven middelen moesten na afloop van elk jaar in een afzonderlijk restantboek worden geschreven.

Art. 25 verklaarde de gemeente-ontvanger onmiddellijk ondergeschikt aan de president van het gemeentebestuur.



Bronnen 1830-1832

Nationaal Archief, 1.05.11.09 Gemeentebestuur, Gemeente-ontvanger (der Kolonie Suriname),

inv.nr. 37 Kohier van getaxeerde huurwaarde van huizen en erven, 1830. (deel no.3) scans

inv.nr. 38 Aanslag-Register van de Taxa op huizen aan Paramaribo, en derzelver omtrek, over de jaren, 1830, 1831 en 1832. (deel no.4) scans [gedrukte omschrijving op scan 7 !]

taxa = taxe (F) = taks (NL) = belastingheffing tegen een vastgesteld bedrag.

 

Contraboek van kwitanties wegens betaling van taxatie van de huurwaarde van de gemene weide,

inv.nr. 43, 1830, 13 juli – 14 november (no.477 t/m no.997). scans

inv.nr. 44, 1831, 5 januari – 31 december (no.1 t/m no.1207). scans

inv.nr. 45, 1832, 7 januari – 17 april (no.1 t/m no.354), (deel no.1). scans

inv.nr. 46, 1832, 12 november – 29 december (no.1231 t/m no.3285), (deel no.4). scans

NB ontbreken dus delen no.2 en 3 van 1832 en eerste halfjaar 1830.

 

Registratieboek van afgegeven kwitanties,

inv.nr. 51 januari 1829 - 30 juni 1831. scans

inv.nr. 52 juli 1831 - december 1831. scans

inv.nr. 53 1832. scans

 

inv.nr. 54 Staat van personen die vervolgd zijn wegens verschuldigde belasting voor de taxatie van de huurwaarde van huizen, 1829-1831. 1 deel. scans

omschrijving moet echter zijn:

Naamlijst van personen die vervolgd zijn wegens verschuldigde belastingen, 1829-1830.

scan 1-17 : Lijst van vervolging ten lasten der onderstaande personen wegens verschuldigde belastingen aan het kantoor van den Gemeente-ontvanger voor Taxatie der Huurwaarde van huizen over 1829.

scan 21-37 : plantages, landtaxen en akkergelden, 1829. + scan 67-73 : 1830.

scan 39-40 : onderhoud bruggen en wegen, 1829. + scan 65-66 : 1829-1830.

scan 42-44 : dram, melasse en houtwaren, 1829.

scan 45-62 : Lijst van vervolging ten lasten der onderstaande personen wegens verschuldigde belastingen aan het kantoor van den Gemeente-ontvanger voor Taxatie der Huurwaarde van huizen over 1830. (naam belastingschuldige, straatnaam, huisnummer, montant).

 

inv.nr. 55 Naamlijst van personen die vervolgd zijn wegens verschuldigde belastingen, 1831-1832. 1 deel [Exploict boek (no.44)]. scans

scan 3-10 : begraafplaatsen, 1832

scan 11-12: Quotisatie plantages, 1832

scan 13-49 : Lijst van vervolging ten lasten der onderstaande personen wegens verschuldigde belastingen aan het kantoor van den Gemeente-ontvanger voor Taxatie der Huurwaarde van huizen over 1832. (naam belastingschuldige, straatnaam, huisnummer, montant).

scan 50-69: landtaxen en akkergelden, 1831-1832.

NB: de 'exploicteur' was de gerechtsdeurwaarder, dit boek is onderdeel van zijn administratie.

 

Een kasboek, journaal of grootboek met betrekking tot huurwaarde is niet bewaard gebleven uit deze periode.




Huurwaarde 1837

 

Origineel

Taxatie der Huurwaarde van Huizen en Erven te Paramaribo.

Het huurwaarderegister, gedateerd 5 oktober 1837, geeft een overzicht van de toen uitgegeven Nieuwe Wijknummers (NW) met de eigenaren, de huurwaarde en of die op basis van huurcontract of taxatierapport tot stand is gekomen. Tevens wordt onder aantekening vermeld waarom een erf vrijgesteld is van belasting: onbebouwd, nieuwbouw, ‘intaxabel’ of van het 'Gouvernement Generaal'. Een enkel gebouw was bij wet vrijgesteld omdat het geheel van steen was opgetrokken (A.43), alle andere gebouwen zijn dus nog van hout.

 

De straatnamen ontbreken in dit register, evenals de belastingaanslag.

Het register is op volgorde van huisnummer.

Het register blinkt niet uit in een correcte weergave van de namen van eigenaren, sommige zijn echt verhaspeld.

 

Commentaar Commissie 1837:

“De Commissie kan er niet van tusschen hare bevreemding meede te deelen, van bijzonder in wijk La. F en in de beide buitenwijken, zeer veel erven, hoewel dan ook onbebouwd, echters eigenaars hebbende, door heeren wijkmeesters dier wijken in hunne wijkboeken niet opgenomen gevonden te hebben, waardoor wanneer mettertijd die eigenaren dezelve erven somtijds weders in opbouw wilden brengen, moeilijkheden zullen geboren worden.”

 

Nationaal Archief, 1.05.08.01 Gouverneur-Generaal West-Indische Bezittingen, Suriname, inv.nr.622, Register van taxatie der huurwaarde van huizen en erven te Paramaribo, 1837. scans

 

Huisnummer

Nieuwe Wijk huisnummer. De wijken A, B, C, D, E, F, Eerste Buitenwijk of Combe en Tweede Buitenwijk of Gemeene Landsweg.

In principe kregen de erven in 1837 een geheel nummer, toch komen er percelen voor met bis letters (a,b,c), die dan meestal toch dezelfde eigenaar hadden en dus voor een gezamenlijk bedrag werden aangeslagen.



Aanslag

De laagste getaxeerde huurwaarde was 10 gulden, de hoogste was 3.300 gulden. De commissie rekende in eenheden van een gulden, zodat alle waarden tussen 10 en 3300 tot de mogelijkheden behoorden. Uitgaande van een belastingpercentage van 4% betekende dat een aanslag vanaf 40 cent.



Bronteksten

Nationaal Archief, 1.05.11.02 Koloniale Raad Suriname, 1832-1862, inv.nr.1, notulen Koloniale Raad 1833-1835, dd 7 mei 1835 (scan 115-120):

Over een nieuwe wijkverdeling op voorstel van M.D. Teenstra, assistent van de Procureur-Generaal, met schetskaart van Paramaribo. De huidige wijkverdeling en nummering der erven is ondoelmatig en verwarrend. Resultaat is een opdracht aan 1e Luitenant-ingenieur A. Quisthoudt om tegen eind 1835 met een gedetailleerde plattegrond te komen.

 

Nationaal Archief, 1.05.11.02 Koloniale Raad Suriname, 1832-1862, inv.nr.1, notulen Koloniale Raad 1833-1835, dd 26 augustus 1835 (scan 310):

Ontvangen twee kaarten van Paramaribo gemaakt door Quisthoudt, een met letters en nummers der erven en een zonder. Een commissie moet nu Rapport maken over de nieuwe wijkverdeling.

 

Nationaal Archief, 1.05.11.02 Koloniale Raad Suriname, 1832-1862, inv.nr.2, notulen Koloniale Raad 1836-1838, dd 18 april 1837 (scan 140-141):

Op advies van de commissie wordt de nieuwe wijkverdeling een feit. Twee wetten aangenomen over huisnummers en taxatie huurwaarden.

 

Gouvernementsblad 1836 no.10, 13 mei 1836 interpretatie wet 27 september 1832.

De eigenaren van de op 3 en 4 september 1832 afgebrande huizen krijgen een vrijdom van belasting op huurwaarde voor zes jaren.

Daarnaast krijgt een ieder in Paramaribo die op zijn erf zowel de hoofdwoning als de pakhuizen en zijgebouwen in steen optrekt voor 25 jaar vrijdom van belasting op huurwaarde.

 

Wet van den 24sten april 1837, houdende voorbereidende bepalingen tot invoering eener nieuwe Wijkverdeeling voor de stad Paramaribo en haren omtrek, voor zoo verre die met de jaarlijksche opneming van den Staat der bevolking in verband behoort te worden gebragt.

Artikelen:

Art. 1 verdeling de stad zelve in zes Binnenwijken A,B,C,D,E,F en haren omtrek in twee Buitenwijken, Eerste en Tweede.

Art. 2 alle erven, bebouwd-onbebouwd, particulier-overheid, krijgen een doorlopend volgnommer.

Art. 3 beschrijving Binnenwijken.

Art. 4 beschrijving Buitenwijken.

Art.5 richtlijnen wijkmeesters. Uitreiken tabel met oude en nieuwe wijknummer aan hoofdbewoner.

Art.6 Eigenaar-bewoner moet voor 22 juni boven de hoofddeur het nieuwe nummer in grote cijfers met de letter der wijk zetten en in kleine cijfers het oude nummer. Bij een onbebouwd erf moet het op een paal staan.

Art.7 invulling tabel voor wijkregister door hoofdbewoner voor 22 juni.

Art.8-10 definitie hoofdbewoner, e.a. bepalingen.

Art.11 en 13 boetebepaling.

Art.12 huidige wijkmeesters zijn belast met de uitvoering van de nieuwe wijkverdeling.

Art.14 zodra nieuwe wijkverdeling een feit is, worden er nieuwe wijkmeesters benoemd.

Art.15 voortaan bij verlijden van een transport letter en nommer met bijvoeging tevoren bekend onder wijk La. en No.

Art.16 voortaan houden de erven bij splitsing hetzelfde nummer, de delen herkenbaar aan letters: no.1a en no.1b.

Surinaamsche Courant 30 april 1837

 

Wet van 24 april 1837, bepalende den termijn, waarop en binnen welken de algemeene Taxatie van de Huurwaarde der huizen en gebouwen, gelegen binnen Paramaribo en den omtrek der stad, als grondslag van belasting voor drie achtereenvolgende jaren zal geschieden.

Artikelen:

Art.1 Taxatie der huurwaarde in 1837 geldig t/m 1839 en volgens wet van 1829 uitgevoerd.

Art.2 Op nummer van de Nieuwe Wijk indeling ; met kolom Wijkno waaronder het vroeger bekend was. (niet zo in het bewaard gebleven huurwaarderegister, wel in de wijkregisters)

Art.3 ligt een maand ter visie voor reclames om vermindering aanslag.

Art.4 bepalingen van 1829 en 1832 blijven van kracht

Surinaamsche Courant 1 mei 1837

 

Nationaal Archief, 1.05.11.02 Koloniale Raad Suriname, 1832-1862, inv.nr.6, notulen Koloniale Raad 1859-1862, dd 28 december 1859 (scan 21-22).

In juli 1857 aan Hiemcke opgedragen een kadastrale kaart van Paramaribo te maken.

De Tweede Buitenwijk is sinds 1837 drastisch uitgebreid, waardoor een nieuwe wijkverdeling nodig is. Voorstel tot afscheiden van een deel van de Tweede Buitenwijk en toevoegen aan wijk F. Het betreft het gebied tussen Gemenelandsweg, Wanicastraat, Dominékreek en Surinamerivier.



Bronnen 1837

Nationaal Archief, 1.05.08.01 Gouverneur-Generaal West-Indische Bezittingen, Suriname, inv.nr.622, Register van taxatie der huurwaarde van huizen en erven te Paramaribo, 1837. scans

 

Nationaal Archief, 1.05.11.07 Controleur-Generaal Financien, Administratie van Financien (1833-1903)

Een kasboek, journaal of grootboek met betrekking tot huurwaarde is niet bewaard gebleven uit deze periode.

 

Nationaal Archief, 1.05.11.02 Koloniale Raad Suriname, 1832-1862, inv.nrs.1 t/m 6, notulen.



Administratie huurwaarde

Kohier

register van belastingplichtigen

eens in de drie jaar opgesteld

op wijknummer of looproute, met naam en getaxeerde huurwaarde.

Aanslag-Register

per jaar, met naam en belastingaanslag (montant of taxa).

Aanslag-biljetten

kennisgeving ieder jaar uitgereikt aan de belastingplichtigen.

Contraboek van kwitanties

Dubbel van afgegeven kwitanties op datum en no.,

met naam en bedrag en voor welk doel is betaald:

Belastingen der Gemene Weide: taxatie van huyshuur.

Bij meerdere wijknummers per eigenaar is bedrag uitgesplitst.

Het registratieno verwijst naar het Registratieboek.

Registratieboek

lijst van kwitanties op datum en no., met naam en bedrag en voor welk doel: Belastingen der Gemene Weide: taxatie van huyshuur.

Bij meerdere huisnummers per eigenaar is bedrag uitgesplitst.

Contrakasboek

controle boek van de rekeningen/kwitanties.

per dag de ontvangsten, met naam en huisnummer.

Tot en met 1791 alleen met naam, vanaf 1793 met huisnummer, zonder wijk.

Bij meerdere huisnummers per eigenaar is bedrag uitgesplitst. (t/m 1804)

Meerdere huisnummers per eigenaar totaal bedrag. (vanaf 1805)

Kladkasboek

Debet

per dag de ontvangsten, met naam en huisnummer, jaar. Grootboek folio.

Bij meerdere huisnummers per eigenaar is bedrag uitgesplitst.

10e penning, zegels, onkosten en montant.

Kasboek

Debet

per dag de ontvangsten, met naam en huisnummer, jaar. Grootboek folio.

Meerdere huisnummers per eigenaar totaal bedrag.

Montant.

Credit

Per dag de uitgaven.

Journaal

posten van het kasboek gerangschikt ter overbrenging naar het grootboek.

Grootboek

Debet

per huisnummer verschuldigde belasting, per jaar, met naam en huurwaarde.

Credit

per huisnummer ontvangen belasting, per jaar, met naam.

Exploictboek

Naamlijst van personen die vervolgd zijn wegens verschuldigde belastingen.

Met huisnummer, straatnaam en bedrag.

Register van Transporten

eigendomsoverdracht van erven, met koopsom.

Op naam en datum.



'