Huurwaarde 1830

 

Origineel

Het huurwaarderegister, gedateerd 28 februari 1830 (scan 145), geeft een overzicht van de op dat moment bestaande Oude Wijk huisnummers (OW) met de eigenaren, de huurwaarde en of die op basis van een huurcontract of taxatierapport tot stand is gekomen. Tevens wordt onder aanmerkingen vermeld waarom een erf is vrijgesteld van belasting: onbebouwd. Verder worden de ambachten vermeld die in het pand werkzaam zijn: “Dit gebouw dient voor een ...winkel”.

 

In het register staat naast het huisnummer, in de kop vermeld de straatnaam, met zijde (links en rechts) en de wijkletter. Het register is op volgorde van de looproute der wijkmeesters. De wijken A, B, C, D en de buurten voorstad Zeelandia (Combé), Kauwknie, Frimangron, Böhmknie. En Kwatta:

Suppletoir Aanslag Register van de Taxa der Huizen, staande aan het Pad of Rijweg van Quata, van de Viottebrug af regts. (scan 147)

Accordeerd met het Suppletoir Cohier der getaxeerde Huurwaarde van Huizen aan Paramaribo, geformeerd den 28 december 1830 ; naar aanleiding der Resolutie van Zijne Excellentie den Gouverneur-Generaal de dato 7 augustus 1830 no.833/767. Executoir verklaard in de vergadering van den Hoogen Raad den 22 maart 1831.(scan 148)

 

Nationaal Archief, 1.05.11.09 Gemeentebestuur, Gemeente-ontvanger (der Kolonie Suriname),

inv.nr. 37 Kohier van getaxeerde huurwaarde van huizen en erven, 1830. (deel no.3) scans

 

Huisnummer

Oude Wijk huisnummer.

 

 

Bronbewerking Grootboek 1830-1832

De ambachten zijn volgens moderne spelling opgenomen in de tabel om het zoeken te vergemakkelijken. Bijvoorbeeld kleermaker in plaats van kledermaker.

Wanneer gedurende de periode 1830-1832 een transport plaatsvond van het erf is de oude eigenaar doorgehaald en de nieuwe eigenaar ingeschreven onder vermelding van de geregistreerde transportdatum.

Onder opmerkingen: 'Bij nummer' = aan dat perceel toegevoegd. In het origineel staat vaak “ aan nummer getrokken”. 'Incluis nummer' = met inbegrip van dat perceel. In het origineel staat vaak “nummer hieronder begrepen”.

 

Het Aanslag-Register van de taxa op huizen aan Paramaribo is omgewerkt. Van de jaar kolommen zijn regels of records gemaakt.

In plaats van een datum staat er soms “overgenomen”. Waarschijnlijk betekent dit dat de openstaande post is overgenomen in het volgende boek. Het betekent in ieder geval niet dat het perceel “terug aan het domein” is gegeven.

 

De kolom 'Brand 1832' is toegevoegd op basis van een lijst in de Surinaamsche Courant van 9 september 1832. Die lijst geeft geen wijknummers van de op 3 september verbrande huizen, maar op basis van de namen van de eigenaren kon het worden gereconstrueerd. De lijst van circa 60 huizen is ook opgenomen in M.D. Teenstra, De negerslaven in de kolonie Suriname (1842), p.197-201.



Aanslag en huurwaarde

De laagste getaxeerde huurwaarde in 1830 was 20 gulden, de hoogste was 3000 gulden. De commissie rekende met eenheden van 5 gulden. Daarnaast was iedere huurwaarde mogelijk indien een huurcontract kon worden overlegd.

De belasting op de huurwaarde werd in 1830 als volgt berekend: Op de getaxeerde huurwaarde werd 1/6 in mindering gebracht voor het onderhoud. Over het restant werd 4 procent berekend als verschuldigd bedrag. Voorbeeld 150,- minus 25,- = 125,- x 0,04 = 5,-.

Onder aanslag de berekende belastingaanslag.

Bedragen in Surinaamse guldens en centen.



Bronteksten

Gouvernementsblad Suriname 1828 no.16, Ordonnantie Patentregt

  • 9 en 10 : aanslag patent op basis van huurwaarde (koopprijs of taxatie) huis of pakhuis.

Artikel 7 : maar eerste keer op basis van grondslag huurwaarde volgens Gemene Weide uit 1827.

Dit leidde tot klachten waarop een nieuwe organisatie werd opgetuigd:

 

Verloop wetgeving

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr. 3 Notulen dd 3 maart 1829 no. (scan 67-68): Op een rekest van winkeliers over een andere heffing van het patentrecht in plaats van op basis huurwaarde 1827, wordt afwijzend beschikt.

“Vervolgens brengt de Gouverneur-Generaal aan de vergadering in consideratie of het niet raadzaam zijn zoude, hoe eerder hoe beter, eene nieuwe tauxatie van de huurwaarde der huizen, welke niet alleen op de regeling van het patentregt betrekking heeft, maar waarnaar ook de belasting onder den naam van taxatie van huishuur bekend, en aan het Gemeentebestuur verschuldigt, geregeld wordt, te doen plaatshebben, waarbij alsdan die huizen te Paramaribo, die alsnog van geen nummer voorzien zijn, behoorlijk zouden moeten worden genummerd, en die tevens tot grondslag zoude strakken voor het aanleggen van betere kohieren dan de tegenwoordige.”

Aan de Controleur-Generaal voor de Financien wordt advies gevraagd “op welke wijze zulks gevoeglijk zal kunnen geschieden.”

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr. 3 Notulen dd 10 juli 1829 no.43 (scan 175): Memorie van advies over taxatie huurwaarde van de Controleur-Generaal voor de Financien. “Waarover gedelibereerd, is goedgevonden en verstaan deswegens eene publicatie op te maken in overeenstemming met de door den CGF voorgedragen beginselen. Met de redactie waarvan de Algemeene Secretaris is belast.”

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr. 3 Bijlage tot de notulen 10 juli 1829 no.43 (scan 461-472): Memorie van consideratien en advies van den Controleur-Generaal wegens de taxatie der huurwaarde van de huizen aan Paramaribo, met modellen van kohieren en aanslag register.

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr. 2 Notulen dd 30 oktober 1829 no.79 (scan 313-314): Ontwerp publicatie taxatie huurwaarde. “Hetzelve bediscuteerd met eenige verandering goedgekeurd en de Algemeen Secretaris met de uitvaardiging belast.”

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr. 3 Bijlage tot de notulen 30 oktober 1829 no.79 (scan 969-983): Publicatie betrekkelijk de taxatie der huurwaarde van huizen en gebouwen.

Idem als Gouvernementsblad 1829 no.19, 30 oktober 1829.

 

Gouvernementsblad 1829 no.19, 30 oktober 1829, Publicatie houdende reglementaire bepalingen betrekkelijk de taxatie der huurwaarde van de huizen en gebouwen, binnen de stad Paramaribo en derzelver omtrek ; mitsgaders voorschriften betrekkelijk den aanslag van de Belasting op de huurwaarde.

Artikelen:

Art.1 te beginnen in 1829 elke drie jaar een nieuwe taxatie.

Art.2 november-december taxeren.

Art.3 door een Commissie van drie schatters: 2 notabele burgers en de stadsbouwmeester.

Art.4 schatten is een plicht, geen vergoeding.

Art.5 commissie geassisteerd door een secretaris, en in elke wijk door een der wijkmeesters.

Art.6 eed van trouw, zuivering en geheimhouding

Art.7 bezoek aankondigen in de couranten

Art.8 taxatie volgens regels:

Art.9 eerste, huurcontracten als bewijs van huur.

Art.10 bij vermoeden van opzet of wezenlijk verschil: taxatie volgens:

Art.11 eigenaar is bewoner of winkelier, schatting met vergelijkbare gebouwen of beroepen.

Art.12 ieder schatter zal afzonderlijk taxeren, vervolgens de middelsom.

Art.13 secretaris stuurt regelmatig bericht of staat over voortgang aan Gemeentebestuur ; met vermelding van de onbebouwde erven, zonder taxatie.

Art.14 ter Secretarie wordt zo spoedig mogelijk uit die staten het algemeen Quohier opgemaakt (Model 1).

Art.15 stadsbouwmeester moet controleren op omheining van de erven en voorzien van Nommer en Letter der wijk. Op onbebouwde erven een paal met wijknummer.

Art.16 de President van het Gemeentebestuur certificeert het algemeen Quohier.

Art.17 algemeen Quohier zal 14 dagen ter visie liggen op Secretarie. Aankondiging in couranten.

Art.18 indien bezwaar binnen een maand aan Gemeentebestuur verzoekschrift. Gemeenteraad beslist.

Art.19 het algemeen Quohier blijft van kracht tot de volgende taxatie. Alleen wanneer een gebouw in de tussentijd onbewoonbaar is geworden kan de taxatie worden geroyeerd of verminderd.

Art.20 Uit het algemeen Quohier zal de Gemeente-ontvanger jaarlijks een Aanslag-Register van de verschuldigde belasting op huurwaarde (taxa) formeren (model 2).

Art.21 Uit het Aanslag-Register, door de Gouverneur-Generaal executabel verklaard in de Vergadering van de Hoogen Raad, zal de Gemeente-ontvanger de aanslagbiljetten (model 3) uitreiken aan belanghebbenden.

Art.22 –

 

model 1: Quohier van de huizen en erven aan Paramaribo. [zie inv.nr.37 : 1830]

Doorlopend nummer, wijk la no, naam eigenaar, huurwaarde, wijze taxatie, 1/6 korting voor onderhoud, bedrag van het verschuldigde berekend tegen 4 %, aanmerkingen.

 

model 2: Aanslag-Register van de taxa op huizen aan Paramaribo. [zie inv.nr.38 : 1830-1831-1832]

Doorlopend Nummer, Nommer van het Quohier, Belastingschuldigen, bedrag verschuldigde taxa, datum voldoening.

NB alfabetisch op naam belastingschuldigen; in het kohier terug te vinden met behulp van 'Nommer van het Kohier'.

 

Model 3: Kennisgeving.

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr.4 Notulen dd 11 mei 1830, no.80 (scan 204): kohier belasting op huurwaarde executoir verklaard.

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr.6 Bijlage tot de notulen 1830, dd 11 mei 1830, no.80 (scan 45): executoir verklaring belasting op huurwaarde.

Geen bezwaren binnengekomen.

 

Frimangron en Böhmknie

Vrije mans grond in 1829 binnen de stadsgrenzen getrokken?

 

Kwatta

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr.8 Notulen dd 8 februari 1831, no. (scan 55-56): taxatie huizen aan het pad van Quatta, 1830.

Omdat het pad van Kwatta binnen de stadsgrenzen kwam te liggen, moesten de huizen getaxeerd worden en de eigenaren voortaan belasting betalen.

 

Huurwaarde Kohier Pad van Quatta ligt ter visie.

Surinaamsche Courant 3 maart 1831

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr.8 Notulen dd 22 maart 1831, no.65 (scan 127-128): taxatie huizen aan het pad van Quatta, aanslag 1831.

Kohier executoir verklaard.

 

Nationaal Archief, 1.05.08.03 Hoge Raad West-Indische Bezittingen (1828-1832), inv.nr.9 Bijlage tot de notulen, dd 22 maart 1831, no.65-66 (scan 821-826):

Bij resolutie 7 augustus 1830 no.833/767 bepaald dat de gronden langs den weg naar Quatta zullen gerekend worden tot het grondgebied van Paramaribo te behooren.

Ze moeten delen in de belasting op huurwaarde, daarom door de wijkmeesters van nummers voorzien en door commissie van taxatie gewaardeerd. In opdracht van de president van het Gemeentebestuur Slengarde.

 

Belastingen gemeentebestuur

Door de regeringsreglementen die op 1 augustus 1828 in werking waren getreden, was er een grote wijziging gekomen in de financiële administratie en in het belastingstelsel van de kolonie Suriname. Een nieuwe regeling houdende bepalingen betreffende de middelen, ingevoerd bij Gouvernementsblad van Suriname, publicatie van 18 november 1828 (Gouvernementsblad van Suriname, nr. 16), trad op 1 januari 1829 in werking.

Art. 2 bepaalde dat het belastingstelsel van de kolonie, zoals dit met het jaar 1829 in werking zou treden, werd gesplitst in afzonderlijke baten, die deels door het landsbestuur en deels door het gemeentebestuur zouden worden geheven.

Art. 3 gaf aan welke belastingen, betaalbaar bij de algemene ontvanger, onder de inkomsten van het landsbestuur begrepen waren.

Art. 4 bepaalde dat onder de inkomsten van het gemeentebestuur o.a. begrepen waren de belastingen van de Gemene Weide, betaalbaar bij de gemeente-ontvanger.

Toen het nieuwe Regeringsreglement voor de Kolonie Suriname van 9 augustus 1832 op 1 januari 1833 in werking trad en daardoor het gemeentebestuur had opgehouden te bestaan, had het ook meegebracht dat ingevolge art. 58 de ontvangst van alle belastingen, zonder onderscheid, en de uitbetaling van 's Lands penningen opgedragen werd aan de koloniale ontvanger en betaalmeester. Een besluit van de gouverneur-generaal van 6 december 1832 bepaalde in art. 2 onder andere dat vanaf 1 januari 1833 in alle betrokken wetten of resoluties voor gemeente-ontvanger moest gelezen worden koloniale ontvanger en betaalmeester.

 

Gemeente-ontvanger

De instructie voor de gemeente-ontvanger werd vastgesteld door de gouverneur-generaal, bij zijn besluit van 22 november 1828. Hierbij werd de gemeente-ontvanger belast met de invordering en ontvangst van beschreven en onbeschreven middelen, die ten behoeve van het gemeentebestuur werden geheven. Uit deze ontvangsten deed hij de betalingen ten laste van het gemeentebestuur (art.2).

Van de vaste inkomsten die bij aanslag of omschrijving werden geheven, bepaaldelijk voor de belastingen van de Gemene Weide, de Landtaksen, de Quota van de suikerplantages en houtgronden, moesten jaarlijks afzonderlijke registers worden aangelegd (art. 3). De gemeente-ontvanger zou voor de ontvangst aan de belanghebbenden een kwitantie geven uit een ingebonden register, voor elk onderwerp van ontvangst afzonderlijk (art.6). De duplicaat-kwitantie in het register zou door hem getekend worden, ter verificatie van de maandstaten. De afgegeven kwitanties werden vervolgens in een registratieboek geregistreerd (art. 7).

Van de dagelijkse ontvangsten werd een kasboek bijgehouden (art. 8). Elke maand deed hij verantwoording aan het gemeentebestuur op de wijze in art. 9 omschreven.

De niet ingevorderde posten van de beschreven middelen moesten na afloop van elk jaar in een afzonderlijk restantboek worden geschreven.

Art. 25 verklaarde de gemeente-ontvanger onmiddellijk ondergeschikt aan de president van het gemeentebestuur.



Bronnen 1830-1832

Nationaal Archief, 1.05.11.09 Gemeentebestuur, Gemeente-ontvanger (der Kolonie Suriname),

inv.nr. 37 Kohier van getaxeerde huurwaarde van huizen en erven, 1830. (deel no.3) scans

inv.nr. 38 Aanslag-Register van de Taxa op huizen aan Paramaribo, en derzelver omtrek, over de jaren, 1830, 1831 en 1832. (deel no.4) scans [gedrukte omschrijving op scan 7 !]

taxa = taxe (F) = taks (NL) = belastingheffing tegen een vastgesteld bedrag.

 

Contraboek van kwitanties wegens betaling van taxatie van de huurwaarde van de gemene weide,

inv.nr. 43, 1830, 13 juli – 14 november (no.477 t/m no.997). scans

inv.nr. 44, 1831, 5 januari – 31 december (no.1 t/m no.1207). scans

inv.nr. 45, 1832, 7 januari – 17 april (no.1 t/m no.354), (deel no.1). scans

inv.nr. 46, 1832, 12 november – 29 december (no.1231 t/m no.3285), (deel no.4). scans

NB ontbreken dus delen no.2 en 3 van 1832 en eerste halfjaar 1830.

 

Registratieboek van afgegeven kwitanties,

inv.nr. 51 januari 1829 - 30 juni 1831. scans

inv.nr. 52 juli 1831 - december 1831. scans

inv.nr. 53 1832. scans

 

inv.nr. 54 Staat van personen die vervolgd zijn wegens verschuldigde belasting voor de taxatie van de huurwaarde van huizen, 1829-1831. 1 deel. scans

omschrijving moet echter zijn:

Naamlijst van personen die vervolgd zijn wegens verschuldigde belastingen, 1829-1830.

scan 1-17 : Lijst van vervolging ten lasten der onderstaande personen wegens verschuldigde belastingen aan het kantoor van den Gemeente-ontvanger voor Taxatie der Huurwaarde van huizen over 1829.

scan 21-37 : plantages, landtaxen en akkergelden, 1829. + scan 67-73 : 1830.

scan 39-40 : onderhoud bruggen en wegen, 1829. + scan 65-66 : 1829-1830.

scan 42-44 : dram, melasse en houtwaren, 1829.

scan 45-62 : Lijst van vervolging ten lasten der onderstaande personen wegens verschuldigde belastingen aan het kantoor van den Gemeente-ontvanger voor Taxatie der Huurwaarde van huizen over 1830. (naam belastingschuldige, straatnaam, huisnummer, montant).

 

inv.nr. 55 Naamlijst van personen die vervolgd zijn wegens verschuldigde belastingen, 1831-1832. 1 deel [Exploict boek (no.44)]. scans

scan 3-10 : begraafplaatsen, 1832

scan 11-12: Quotisatie plantages, 1832

scan 13-49 : Lijst van vervolging ten lasten der onderstaande personen wegens verschuldigde belastingen aan het kantoor van den Gemeente-ontvanger voor Taxatie der Huurwaarde van huizen over 1832. (naam belastingschuldige, straatnaam, huisnummer, montant).

scan 50-69: landtaxen en akkergelden, 1831-1832.

NB: de 'exploicteur' was de gerechtsdeurwaarder, dit boek is onderdeel van zijn administratie.

 

Een kasboek, journaal of grootboek met betrekking tot huurwaarde is niet bewaard gebleven uit deze periode.