Huurwaarde 1788-1811

 

Origineel

Een nieuwe taxatie van de huurwaarde vond in de periode 1788-1811 niet plaats, daarom ontbreekt een huurwaarderegister of lijst. Echter met behulp van het kasboek van de Gemene Weide kan het grootboek gereconstrueerd worden, daaruit is een huurwaardetabel 1807 opgesteld. Voor de jaren 1793-1806 kan eenzelfde reconstructie plaatsvinden met behulp van het contrakasboek.

In 1802 werd simpelweg 50% opgeteld bij de huurwaarde van alle percelen. Dit blijkt uit het bewaard gebleven grootboek fragment. Op basis van de informatie uit het kasboek van de Gemene Weide weten we dat het grootboek begon met de eerste wijk. Het lijkt er op dat de buurten Kauwknie en voorstad Zeelandia ieder een eigen grootboek hadden, omdat de folionummering eveneens bij 1 begint.

De straatnamen ontbreken in het kasboek.

 

Huisnummer

De eerste wijk telde 118 nummers, de tweede wijk telde 182 nummers, de derde wijk telde 125 nummers en de vierde wijk had er 590. Vanaf 1803-1804 werd voor de buurten Kauwknie en voorstad Zeelandia of Combé eveneens de huurwaarde geregistreerd en belasting betaald. De buurt Kauwknie telde 96 huisnummers, voorstad Zeelandia of Combé linkerzijde telde 26 huisnummers en voorstad Zeelandia of Combé rechterzijde telde 107 huisnummers.

 

Transcriptie Kasboek 1807-1811

In het kasboek staat wat er per huisnummer in dat jaar is betaald en voor welke jaren.

Afgekorte voornamen zijn voluit geschreven, de achternamen zoals aangetroffen, met modern hoofdlettergebruik.

Afkortingen (weed., bl., minderj., geb., gebr., n.u./nom.ux.) zijn voluit geschreven (weduwe, boedel, minderjarige, geboren, gebroeders, nomine uxoris). Nomine uxoris = in naam van de echtgenote, die de eigenaresse is.

Bij boedels en gedeeld eigendom staat vaak een derde persoon die voor rekening van de eigenaar de betaling aan de Kas doet.

Wanneer het belastingjaar ontbreekt is dat aangevuld.

Betaling aan de Kas van de Gemene Weide gebeurde soms in twee termijnen. Dan bij tweede termijn de vermelding saldo.

Wanneer een eigenaar voor een perceel in een jaar dubbel werd aangeslagen dan is dat apart vermeld: 'dubbele quotisatie'.

De adressen zijn genormaliseerd, bijvoorbeeld:

La.“WWW vierde wijk, drie W 4/wijk of 3W 4/w” wordt La.3W.w.4

“Een erv geleegen aan de zoogenaamde Kauwknie bekend onder No.” wordt 'erf Kauwknie No.'

“Een erv geleegen in de voorstad Zeelandia Regterzijde No.” wordt 'erf voorstad Zeelandia rechts No.'

Wanneer een verschrijving of fout in het adres door de boekhouder heeft plaatsgevonden, dan is dat gecorrigeerd. [er staat ...] geeft dan het origineel weer in het kasboek.

Vanaf 1807 raakten de folio's in het oorspronkelijk grootboek vol en werden de posten achterin bijgeschreven. [vervolg folio …] verwijst naar het nieuwe folionummer in het origineel.

In de posten in het kasboek zijn ook begrepen de aanslagen voor levende have en/of rijtuigen, alsmede voor houtmarkt gerechtigheid (HMG) & los en stijgergeld. Daarnaast nog het onderhoud van bruggen.

De eigenaren betaalden doorgaans voor al hun percelen ineens, zodat het kasboek veel verzamelposten bevat, één bedrag voor meerdere huisnummers en aanslagen. In de transcriptie zijn die posten gesplitst, zodat ieder huisnummer, levende have en/of rijtuig, houtmarkt gerechtigheid & los- en stijgergeld een eigen regel of record heeft gekregen.

Wanneer een eigenaar voor een perceel over meerdere jaren tegelijk betaalde, dan is die post per jaar verdeeld.

 

Bronbewerking Grootboek

In het grootboek staat wat er per huisnummer voor ieder jaar is betaald. Standaard twee huisnummers per grootboekfolio.

In het grootboek, op volgorde van huisnummer, staan de eigenaren met de aanslagen van 1807-1811, voor zover die konden worden teruggevonden in het kasboek.

 

Om de aanslag te kunnen berekenen moeten de bedragen voor levende have en rijtuigen eerst van de betaalde gulden-stuiver-penning worden afgetrokken. Het resultaat heet montant, de schuld op de rekening. Indien het montant de waarde nul heeft, kon de waarde niet geabstraheerd worden uit de verzamelpost in het kasboek.

 

Een hoornbeest is een stuk hoornvee, met name een koe: ƒ2,-

Rijpaard ƒ15,-.

Muilezel ƒ10,- en paard ƒ10,- werden gebruikt als trekdieren.

Een chais, een sjees, is een rijtuig op 2 wielen voor personenvervoer: ƒ20,-.

De lange wagen (open, ƒ10,-) en koets (gesloten, ƒ30,-), zijn rijtuigen op 4 wielen voor personenvervoer.

Een kar is een voertuig op 2 wielen voor vrachtvervoer: ƒ10,-.

De wagen op 4 wielen is voor vrachtvervoer: ƒ10,-.



Aanslag en huurwaarde 

Met behulp van de aanslag kan de huurwaarde berekend worden.

Volgens het grootboek bedroeg de belastingaanslag 2% van de huurwaarde, gedurende de periode 1788-1805. In 1806 werd de aanslag verhoogd naar 4%, maar wel bleven sommige percelen tegen 2% aangeslagen.

De bedragen zijn in Surinaamse guldens, stuivers en penningen.

Betalingstermijn in 1807 de maanden juni en juli, in 1808-1811 voor 1 april.



Bronteksten

Volgens resolutie vond alleen voor het jaar 1802 een verhoging (augmentatie) plaats van de aanslag met 50%. In 1802 werd simpelweg 50% opgeteld bij de huurwaarde van alle percelen ; een aanslag van 3 gulden werd 3 gulden en 8 stuivers.

 

Het Kantoor der Gemeene Weide en Land-taxe.

De Ontvanger brengt ter kennis aan de respective Ingezetenen, dat na ulto dezer maand, geene Opgaven van Huizen aan Paramaribo gelegen of onder ressorte van dien, als mede van Rijtuigen, Paarden, Wagens en Karren, Ezels en Hoornbeesten, zullen worden aangenomen, en dat, na dien tijd de boetens in aanmerking zullen komen; als ook na den 31ste maart, wanneer het verschuldigde niet behoorlijk aangezuivert zal zijn; alles ingevolgen de Publicatie in Ao 1806, geëmaneerd en in 1812 gerenoveerd.

Paramaribo den 20 januari 1825, L.Wetzler, Ontvanger.

Surinaamsche Courant, 21 januari 1825.

 

Bronnen 1788-1811

Nationaal Archief, 1.05.10.07 Administratie van Financien, Comptoir boekhouder-kassier van de Gemene Weide,

inv.nr. 342, Kasboek Gemene Weide, 1807-1810, 1 deel scans

inv.nr. 343, Kasboek Gemene Weide, 1811-1816, april, 1 deel scans

inv.nr. 345, Grootboek van ontvangst taks huishuur, 1788-1816, folio 243-252. scans

Per wijkno staan hierin de eigenaren, met huurwaarde en belastingaanslag vermeld.

 

Nationaal Archief, 1.05.10.07 Administratie van Financien, Boekhouder-Generaal / Controleur-Generaal,

inv.nr.121 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1788-1789 scans

inv.nr.122 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1791 scans

inv.nr.123 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1793 scans

inv.nr.124 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1794 scans

inv.nr.125 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1795 scans

inv.nr.126 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1796 scans

inv.nr.127 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1800-1801 scans

inv.nr.128 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1802-1803 scans

inv.nr.129 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1804 scans

inv.nr.130 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1805 scans

inv.nr.131 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1806-1807 scans

inv.nr.132 Contrakasboek van het Comptoir van de Gemene Weide, 1808-1812 scans

NB ontbrekende delen: 1790, 1792 en 1797-1799.

NB de 'contra rolleur' of controleur moest de financiële administratie controleren.

NB tot en met 1791 betalingen alleen op naam.

NB gedurende 1793-1803 op naam en met vermelding huisno. (zonder wijk)

NB vanaf 1804 op naam en huisno met wijkcijfer : 22 4/w, 4/wijk of vierde wijk.

NB betreft de posten met vermelding van 'Taxatie van huyshuur', Tax. Hh, Tax., of HH.